Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inschakelen (to switch) conjugation

Dutch
14 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schakel in
schakelt in
schakelt in
schakelen in
schakelen in
schakelen in
Present perfect tense
heb ingeschakeld
hebt ingeschakeld
heeft ingeschakeld
hebben ingeschakeld
hebben ingeschakeld
hebben ingeschakeld
Past tense
schakelde in
schakelde in
schakelde in
schakelden in
schakelden in
schakelden in
Future tense
zal inschakelen
zult inschakelen
zal inschakelen
zullen inschakelen
zullen inschakelen
zullen inschakelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inschakelen
zou inschakelen
zou inschakelen
zouden inschakelen
zouden inschakelen
zouden inschakelen
Subjunctive mood
schakele in
schakele in
schakele in
schakele in
schakele in
schakele in
Past perfect tense
had ingeschakeld
had ingeschakeld
had ingeschakeld
hadden ingeschakeld
hadden ingeschakeld
hadden ingeschakeld
Future perf.
zal ingeschakeld hebben
zal ingeschakeld hebben
zal ingeschakeld hebben
zullen ingeschakeld hebben
zullen ingeschakeld hebben
zullen ingeschakeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeschakeld hebben
zou ingeschakeld hebben
zou ingeschakeld hebben
zouden ingeschakeld hebben
zouden ingeschakeld hebben
zouden ingeschakeld hebben
Present bijzin tense
inschakel
inschakelt
inschakelt
inschakelen
inschakelen
inschakelen
Past bijzin tense
inschakelde
inschakelde
inschakelde
inschakelden
inschakelden
inschakelden
Future bijzin tense
zal inschakelen
zult inschakelen
zal inschakelen
zullen inschakelen
zullen inschakelen
zullen inschakelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inschakelen
zou inschakelen
zou inschakelen
zouden inschakelen
zouden inschakelen
zouden inschakelen
Subjunctive bijzin mood
inschakele
inschakele
inschakele
inschakele
inschakele
inschakele
Du
Ihr
Imperative mood
schakel in
schakelt in

Examples of inschakelen

Example in DutchTranslation in English
Constantin, je kan de radar inschakelen.Constantin, please switch on the radar.
Dat kan ik niet zomaar inschakelen.I don't have a switch. The switch is gone.
Hoe moet ik dit inschakelen?How do I switch this on?
Mensen, de gene die luisteren en net inschakelen... we hebben 'n live verbinding met... mijn partner Gil... die zich 'n weg baant door de stad.People, the one who listen and just switch... We have my live connection to... My partner Gil... that 's way through the city.
Een geheime stemming zoals toen we dat deden om om van bagels naar doughnuts om te schakelen in het cafetaria.Secret ballot, the way we voted to switch from bagels to doughnuts in the break room.
Door te slapen in een schuur met een paraffineverwarming ingeschakeld.By sleeping in a shed with a paraffin heater switched on.
Er is nog steeds een krachtbron ingeschakeld.There's a power source still switched on.
Het gen is weer ingeschakeld.For some reason, the gene's been switched on.
Hoe kon de moordenaar binnenkomen terwijl het alarm ingeschakeld was?How the murderer got into the house after Mrs. Peck switched on the burglar alarm.
Hou dit ingeschakeld.Keep this switched on.
- Als ik 'm inschakel, gaat zij dood.I can't. She's still on the platform. If I throw the switch, she'll die.
Ja, tenzij ze verplaatsen hun "wakker worden" en "dood ze" knopje inschakelt.Yeah, unless moving them at all hits their internal "wake up and kill" switch.
Dat lied dat ons inschakelde...That song that switched us on?
Vanaf het moment dat hij het inschakelde, was hij er erg lovend over!The moment he switched that on, he raved about it!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschakelen
put down
omschakelen
do
opschakelen
override

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'switch':

None found.