Inrukken (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of inrukken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ruk in
I do
rukt in
you do
rukt in
he/she/it does
rukken in
we do
rukken in
you all do
rukken in
they do
Present perfect tense
heb ingerukt
I have done
hebt ingerukt
you have done
heeft ingerukt
he/she/it has done
hebben ingerukt
we have done
hebben ingerukt
you all have done
hebben ingerukt
they have done
Past tense
rukte in
I did
rukte in
you did
rukte in
he/she/it did
rukten in
we did
rukten in
you all did
rukten in
they did
Future tense
zal inrukken
I will do
zult inrukken
you will do
zal inrukken
he/she/it will do
zullen inrukken
we will do
zullen inrukken
you all will do
zullen inrukken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inrukken
I would do
zou inrukken
you would do
zou inrukken
he/she/it would do
zouden inrukken
we would do
zouden inrukken
you all would do
zouden inrukken
they would do
Subjunctive mood
rukke in
I do
rukke in
you do
rukke in
he/she/it do
rukke in
we do
rukke in
you all do
rukke in
they do
Past perfect tense
had ingerukt
I had done
had ingerukt
you had done
had ingerukt
he/she/it had done
hadden ingerukt
we had done
hadden ingerukt
you all had done
hadden ingerukt
they had done
Future perf.
zal ingerukt hebben
I will have done
zal ingerukt hebben
you will have done
zal ingerukt hebben
he/she/it will have done
zullen ingerukt hebben
we will have done
zullen ingerukt hebben
you all will have done
zullen ingerukt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingerukt hebben
I would have done
zou ingerukt hebben
you would have done
zou ingerukt hebben
he/she/it would have done
zouden ingerukt hebben
we would have done
zouden ingerukt hebben
you all would have done
zouden ingerukt hebben
they would have done
Present bijzin tense
inruk
I do
inrukt
you do
inrukt
he/she/it does
inrukken
we do
inrukken
you all do
inrukken
they do
Past bijzin tense
inrukte
I did
inrukte
you did
inrukte
he/she/it did
inrukten
we did
inrukten
you all did
inrukten
they did
Future bijzin tense
zal inrukken
I will do
zult inrukken
you will do
zal inrukken
he/she/it will do
zullen inrukken
we will do
zullen inrukken
you all will do
zullen inrukken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inrukken
I would do
zou inrukken
you would do
zou inrukken
he/she/it would do
zouden inrukken
we would do
zouden inrukken
you all would do
zouden inrukken
they would do
Subjunctive bijzin mood
inrukke
I do
inrukke
you do
inrukke
he/she/it do
inrukke
we do
inrukke
you all do
inrukke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ruk in
do
rukt in
do

Examples of inrukken

Example in DutchTranslation in English
- Je schepen moeten inrukken.But first order your other vessels to stand down.
Alle eenheden, inrukken.AGENT All units, stand down.
Bang dat de bulderende bulldozers hem zouden vermorzelen liet hij zijn troepen ordelijk inrukken.Imagining the cold steel of the deleterious 'dozers separating his upper half from his lower, he ordered his troops back in a slow and orderly retreat,
En omdat hij hier toch al was, deed hij de aanbeveling... dat al het materieel, mariniers en matrozen die deelnemen... aan deze heel belangrijke oefening inrukken en naar huis gaan.And as long as he was already here, he decided to make a recommendation that all the ships and planes and Marines and sailors embarked on this very important exercise stand down and go home.
Ik stel voor dat u inrukt.I suggest you stand down.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afrukken
do
inbakken
do
indekken
hedge
indikken
thicken
inhakken
slash
inkakken
do
inlokken
lure you into
inpakken
pack up
inpekken
do
inpikken
pinch
inruilen
schedule
inruimen
do
intikken
do
inzakken
sag
omrukken
do

Similar but longer

indrukken
press

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?