Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afschakelen (to put down) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schakel af
schakelt af
schakelt af
schakelen af
schakelen af
schakelen af
Present perfect tense
heb afgeschakeld
hebt afgeschakeld
heeft afgeschakeld
hebben afgeschakeld
hebben afgeschakeld
hebben afgeschakeld
Past tense
schakelde af
schakelde af
schakelde af
schakelden af
schakelden af
schakelden af
Future tense
zal afschakelen
zult afschakelen
zal afschakelen
zullen afschakelen
zullen afschakelen
zullen afschakelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afschakelen
zou afschakelen
zou afschakelen
zouden afschakelen
zouden afschakelen
zouden afschakelen
Subjunctive mood
schakele af
schakele af
schakele af
schakele af
schakele af
schakele af
Past perfect tense
had afgeschakeld
had afgeschakeld
had afgeschakeld
hadden afgeschakeld
hadden afgeschakeld
hadden afgeschakeld
Future perf.
zal afgeschakeld hebben
zal afgeschakeld hebben
zal afgeschakeld hebben
zullen afgeschakeld hebben
zullen afgeschakeld hebben
zullen afgeschakeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeschakeld hebben
zou afgeschakeld hebben
zou afgeschakeld hebben
zouden afgeschakeld hebben
zouden afgeschakeld hebben
zouden afgeschakeld hebben
Present bijzin tense
afschakel
afschakelt
afschakelt
afschakelen
afschakelen
afschakelen
Past bijzin tense
afschakelde
afschakelde
afschakelde
afschakelden
afschakelden
afschakelden
Future bijzin tense
zal afschakelen
zult afschakelen
zal afschakelen
zullen afschakelen
zullen afschakelen
zullen afschakelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afschakelen
zou afschakelen
zou afschakelen
zouden afschakelen
zouden afschakelen
zouden afschakelen
Subjunctive bijzin mood
afschakele
afschakele
afschakele
afschakele
afschakele
afschakele
Du
Ihr
Imperative mood
schakel af
schakelt af

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

inschakelen
switch
omschakelen
do
opschakelen
override

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afplekken
do
afratelen
do
afrijgen
do
afrijzen
do
afromen
unreel
afsabelen
do
afschaffen
put down
afschaken
do
afschalen
do
afschatten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'put down':

None found.