Inkuipen (to cooper) conjugation

Dutch

Conjugation of inkuipen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kuip in
I cooper
kuipt in
you cooper
kuipt in
he/she/it coopers
kuipen in
we cooper
kuipen in
you all cooper
kuipen in
they cooper
Present perfect tense
heb ingekuipt
I have coopered
hebt ingekuipt
you have coopered
heeft ingekuipt
he/she/it has coopered
hebben ingekuipt
we have coopered
hebben ingekuipt
you all have coopered
hebben ingekuipt
they have coopered
Past tense
kuipte in
I coopered
kuipte in
you coopered
kuipte in
he/she/it coopered
kuipten in
we coopered
kuipten in
you all coopered
kuipten in
they coopered
Future tense
zal inkuipen
I will cooper
zult inkuipen
you will cooper
zal inkuipen
he/she/it will cooper
zullen inkuipen
we will cooper
zullen inkuipen
you all will cooper
zullen inkuipen
they will cooper
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inkuipen
I would cooper
zou inkuipen
you would cooper
zou inkuipen
he/she/it would cooper
zouden inkuipen
we would cooper
zouden inkuipen
you all would cooper
zouden inkuipen
they would cooper
Subjunctive mood
kuipe in
I cooper
kuipe in
you cooper
kuipe in
he/she/it cooper
kuipe in
we cooper
kuipe in
you all cooper
kuipe in
they cooper
Past perfect tense
had ingekuipt
I had coopered
had ingekuipt
you had coopered
had ingekuipt
he/she/it had coopered
hadden ingekuipt
we had coopered
hadden ingekuipt
you all had coopered
hadden ingekuipt
they had coopered
Future perf.
zal ingekuipt hebben
I will have coopered
zal ingekuipt hebben
you will have coopered
zal ingekuipt hebben
he/she/it will have coopered
zullen ingekuipt hebben
we will have coopered
zullen ingekuipt hebben
you all will have coopered
zullen ingekuipt hebben
they will have coopered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingekuipt hebben
I would have coopered
zou ingekuipt hebben
you would have coopered
zou ingekuipt hebben
he/she/it would have coopered
zouden ingekuipt hebben
we would have coopered
zouden ingekuipt hebben
you all would have coopered
zouden ingekuipt hebben
they would have coopered
Present bijzin tense
inkuip
I cooper
inkuipt
you cooper
inkuipt
he/she/it coopers
inkuipen
we cooper
inkuipen
you all cooper
inkuipen
they cooper
Past bijzin tense
inkuipte
I coopered
inkuipte
you coopered
inkuipte
he/she/it coopered
inkuipten
we coopered
inkuipten
you all coopered
inkuipten
they coopered
Future bijzin tense
zal inkuipen
I will cooper
zult inkuipen
you will cooper
zal inkuipen
he/she/it will cooper
zullen inkuipen
we will cooper
zullen inkuipen
you all will cooper
zullen inkuipen
they will cooper
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inkuipen
I would cooper
zou inkuipen
you would cooper
zou inkuipen
he/she/it would cooper
zouden inkuipen
we would cooper
zouden inkuipen
you all would cooper
zouden inkuipen
they would cooper
Subjunctive bijzin mood
inkuipe
I cooper
inkuipe
you cooper
inkuipe
he/she/it cooper
inkuipe
we cooper
inkuipe
you all cooper
inkuipe
they cooper
Du
Ihr
Imperative mood
kuip in
cooper
kuipt in
cooper

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bekuipen
do
inkoppen
do
inkuilen
silage

Similar but longer

inkruipen
creep

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cooper':

None found.
Learning languages?