Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

inhuldigen

to inaugurate

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of inhuldigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
huldig in
I inaugurate
huldigt in
you inaugurate
huldigt in
he/she/it inaugurates
huldigen in
we inaugurate
huldigen in
you all inaugurate
huldigen in
they inaugurate
Present perfect tense
heb ingehuldigd
I have inaugurated
hebt ingehuldigd
you have inaugurated
heeft ingehuldigd
he/she/it has inaugurated
hebben ingehuldigd
we have inaugurated
hebben ingehuldigd
you all have inaugurated
hebben ingehuldigd
they have inaugurated
Past tense
huldigde in
I inaugurated
huldigde in
you inaugurated
huldigde in
he/she/it inaugurated
huldigden in
we inaugurated
huldigden in
you all inaugurated
huldigden in
they inaugurated
Future tense
zal inhuldigen
I will inaugurate
zult inhuldigen
you will inaugurate
zal inhuldigen
he/she/it will inaugurate
zullen inhuldigen
we will inaugurate
zullen inhuldigen
you all will inaugurate
zullen inhuldigen
they will inaugurate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inhuldigen
I would inaugurate
zou inhuldigen
you would inaugurate
zou inhuldigen
he/she/it would inaugurate
zouden inhuldigen
we would inaugurate
zouden inhuldigen
you all would inaugurate
zouden inhuldigen
they would inaugurate
Subjunctive mood
huldige in
I inaugurate
huldige in
you inaugurate
huldige in
he/she/it inaugurate
huldige in
we inaugurate
huldige in
you all inaugurate
huldige in
they inaugurate
Past perfect tense
had ingehuldigd
I had inaugurated
had ingehuldigd
you had inaugurated
had ingehuldigd
he/she/it had inaugurated
hadden ingehuldigd
we had inaugurated
hadden ingehuldigd
you all had inaugurated
hadden ingehuldigd
they had inaugurated
Future perf.
zal ingehuldigd hebben
I will have inaugurated
zal ingehuldigd hebben
you will have inaugurated
zal ingehuldigd hebben
he/she/it will have inaugurated
zullen ingehuldigd hebben
we will have inaugurated
zullen ingehuldigd hebben
you all will have inaugurated
zullen ingehuldigd hebben
they will have inaugurated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingehuldigd hebben
I would have inaugurated
zou ingehuldigd hebben
you would have inaugurated
zou ingehuldigd hebben
he/she/it would have inaugurated
zouden ingehuldigd hebben
we would have inaugurated
zouden ingehuldigd hebben
you all would have inaugurated
zouden ingehuldigd hebben
they would have inaugurated
Present bijzin tense
inhuldig
I inaugurate
inhuldigt
you inaugurate
inhuldigt
he/she/it inaugurates
inhuldigen
we inaugurate
inhuldigen
you all inaugurate
inhuldigen
they inaugurate
Past bijzin tense
inhuldigde
I inaugurated
inhuldigde
you inaugurated
inhuldigde
he/she/it inaugurated
inhuldigden
we inaugurated
inhuldigden
you all inaugurated
inhuldigden
they inaugurated
Future bijzin tense
zal inhuldigen
I will inaugurate
zult inhuldigen
you will inaugurate
zal inhuldigen
he/she/it will inaugurate
zullen inhuldigen
we will inaugurate
zullen inhuldigen
you all will inaugurate
zullen inhuldigen
they will inaugurate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inhuldigen
I would inaugurate
zou inhuldigen
you would inaugurate
zou inhuldigen
he/she/it would inaugurate
zouden inhuldigen
we would inaugurate
zouden inhuldigen
you all would inaugurate
zouden inhuldigen
they would inaugurate
Subjunctive bijzin mood
inhuldige
I inaugurate
inhuldige
you inaugurate
inhuldige
he/she/it inaugurate
inhuldige
we inaugurate
inhuldige
you all inaugurate
inhuldige
they inaugurate
Du
Ihr
Imperative mood
huldig in
inaugurate
huldigt in
inaugurate

Examples of inhuldigen

De onderprefect komt morgen het standbeeld inhuldigen.

Tomorrow the President will come to inaugurate a statue.

Ze zijn de hoge magistraten die het gerechtelijk jaar inhuldigen... om ons te vertellen om meer mensen op te sluiten.'

They're the high magistrates who inaugurate the judicial year telling us to lock more people up."

Further details about this page

LOCATION