Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opbloeien (to flourish) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of opbloeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bloei op
I flourish
bloeit op
you flourish
bloeit op
he/she/it flourishes
bloeien op
we flourish
bloeien op
you all flourish
bloeien op
they flourish
Present perfect tense
ben opgebloeid
I have flourished
bent opgebloeid
you have flourished
is opgebloeid
he/she/it has flourished
zijn opgebloeid
we have flourished
zijn opgebloeid
you all have flourished
zijn opgebloeid
they have flourished
Past tense
bloeide op
I flourished
bloeide op
you flourished
bloeide op
he/she/it flourished
bloeiden op
we flourished
bloeiden op
you all flourished
bloeiden op
they flourished
Future tense
zal opbloeien
I will flourish
zult opbloeien
you will flourish
zal opbloeien
he/she/it will flourish
zullen opbloeien
we will flourish
zullen opbloeien
you all will flourish
zullen opbloeien
they will flourish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opbloeien
I would flourish
zou opbloeien
you would flourish
zou opbloeien
he/she/it would flourish
zouden opbloeien
we would flourish
zouden opbloeien
you all would flourish
zouden opbloeien
they would flourish
Subjunctive mood
bloeie op
I flourish
bloeie op
you flourish
bloeie op
he/she/it flourish
bloeie op
we flourish
bloeie op
you all flourish
bloeie op
they flourish
Past perfect tense
was opgebloeid
I had flourished
was opgebloeid
you had flourished
was opgebloeid
he/she/it had flourished
waren opgebloeid
we had flourished
waren opgebloeid
you all had flourished
waren opgebloeid
they had flourished
Future perf.
zal opgebloeid zijn
I will have flourished
zal opgebloeid zijn
you will have flourished
zal opgebloeid zijn
he/she/it will have flourished
zullen opgebloeid zijn
we will have flourished
zullen opgebloeid zijn
you all will have flourished
zullen opgebloeid zijn
they will have flourished
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgebloeid zijn
I would have flourished
zou opgebloeid zijn
you would have flourished
zou opgebloeid zijn
he/she/it would have flourished
zouden opgebloeid zijn
we would have flourished
zouden opgebloeid zijn
you all would have flourished
zouden opgebloeid zijn
they would have flourished
Present bijzin tense
opbloei
I flourish
opbloeit
you flourish
opbloeit
he/she/it flourishes
opbloeien
we flourish
opbloeien
you all flourish
opbloeien
they flourish
Past bijzin tense
opbloeide
I flourished
opbloeide
you flourished
opbloeide
he/she/it flourished
opbloeiden
we flourished
opbloeiden
you all flourished
opbloeiden
they flourished
Future bijzin tense
zal opbloeien
I will flourish
zult opbloeien
you will flourish
zal opbloeien
he/she/it will flourish
zullen opbloeien
we will flourish
zullen opbloeien
you all will flourish
zullen opbloeien
they will flourish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opbloeien
I would flourish
zou opbloeien
you would flourish
zou opbloeien
he/she/it would flourish
zouden opbloeien
we would flourish
zouden opbloeien
you all would flourish
zouden opbloeien
they would flourish
Subjunctive bijzin mood
opbloeie
I flourish
opbloeie
you flourish
opbloeie
he/she/it flourish
opbloeie
we flourish
opbloeie
you all flourish
opbloeie
they flourish
Du
Ihr
Imperative mood
bloei op
flourish
bloeit op
flourish

Examples of opbloeien

Example in DutchTranslation in English
Door de applicator in koud water te dompelen... en op Barbies lippen, wangen en oogleden te wrijven... zie je de prachtige kleuren opbloeien.By dipping the sponge applicator into cold water and applying it to Barbie's lips, cheeks and eyelids, you get a flourish of glamorous colour.
Geef onze eigen onzekerheid de schuld, die religie laat opbloeien en het toestaat... dat zoveel gedachtestelsels die opkomen en ondergaan in de menselijke geschiedenis.Blame our own insecurities which has allowed religion to flourish... and which has allowed so many systems of thought... that are disempowering to flourish throughout human history.
Heeft u er ooit aan gedacht dat als u uw team wat respect toont, een beetje ruimte geeft, dat ze opbloeien?Has it ever occurred to you that if you gave your team a bit of respect, a little bit of freedom, that they might flourish?
Het gaat om opbloeien.It's about flourishing.
Ik houd van liefde... en liefde te zien opbloeien is alle dank die ik nodig heb.I love love, and watching love flourish is all the thanks I need.
Denkt u dat "Whitehall" wil dat de piraterij bloeit op de Bahamas?You think Whitehall wants piracy to flourish in the Bahamas?
Ze is uniek voor de Galapagos en bloeit op de hogere hellingen van Santa Cruz, en andere eilanden van middelbare leeftijd.It's unique to the Galapagos, and flourishes on the high slopes of Santa Cruz, and other middle-aged islands.
Zweden bloeit op, Simon.Sweden is flourishing, Simon.
Ik kan zelfs bloeien op een dak.I can flourish even on a rooftop.
Ja, het is opgebloeid hier.Yes, it's really flourished here.
Maar je bent toch in die tijd opgebloeid.But you've not only survived, you've flourished.
Nou, als je alleen maar kijkt naar zijn academische groei... is het duidelijk dat hij intellectueel is opgebloeid.Well, if- if you merely look at his academic growth... it's clear that he- he flourished intellectually.
Onder mijn leiding is hij weer opgebloeid... als een voorjaarsbloem.And under my tutelage, he has flourished and blossomed, like the proverbial spring flower.
De Deense eenheid bloeide op.Danish unity flourished.
De orde bloeide op en vergat nooit hun heilige missie.The order flourished, never forgetting its sacred mission.
En Quintus bloeide op toen hij verlost was van die zelfingenomen schaduw.And Quintus... how he flourished when removed from overbearing shadow.
En hij bloeide op onder hun zorg, totdat hij een volgroeide machtige leeuw was.And he flourished under their care, until he was a fully grown mighty lion.
Niets. En ze bloeiden op.And they flourished.
"Mijn ziel gaat naar de hemel..." "terwijl ik opbloei onder de roos.""My soul sings up towards heaven as I flourish under the rose."
Terwijl Hope opbloeit... is het duidelijk dat zij haar moeder mist."While hope continues to flourish, "it is clear that she misses her mother.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

nabloeien
bloom later
opgloeien
glow
opgroeien
grow up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flourish':

None found.