Ontwateren (to dehydrate) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of ontwateren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontwater
I dehydrate
ontwatert
you dehydrate
ontwatert
he/she/it dehydrates
ontwateren
we dehydrate
ontwateren
you all dehydrate
ontwateren
they dehydrate
Present perfect tense
heb ontwaterd
I have dehydrated
hebt ontwaterd
you have dehydrated
heeft ontwaterd
he/she/it has dehydrated
hebben ontwaterd
we have dehydrated
hebben ontwaterd
you all have dehydrated
hebben ontwaterd
they have dehydrated
Past tense
ontwaterde
I dehydrated
ontwaterde
you dehydrated
ontwaterde
he/she/it dehydrated
ontwaterden
we dehydrated
ontwaterden
you all dehydrated
ontwaterden
they dehydrated
Future tense
zal ontwateren
I will dehydrate
zult ontwateren
you will dehydrate
zal ontwateren
he/she/it will dehydrate
zullen ontwateren
we will dehydrate
zullen ontwateren
you all will dehydrate
zullen ontwateren
they will dehydrate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontwateren
I would dehydrate
zou ontwateren
you would dehydrate
zou ontwateren
he/she/it would dehydrate
zouden ontwateren
we would dehydrate
zouden ontwateren
you all would dehydrate
zouden ontwateren
they would dehydrate
Subjunctive mood
ontwatere
I dehydrate
ontwatere
you dehydrate
ontwatere
he/she/it dehydrate
ontwatere
we dehydrate
ontwatere
you all dehydrate
ontwatere
they dehydrate
Past perfect tense
had ontwaterd
I had dehydrated
had ontwaterd
you had dehydrated
had ontwaterd
he/she/it had dehydrated
hadden ontwaterd
we had dehydrated
hadden ontwaterd
you all had dehydrated
hadden ontwaterd
they had dehydrated
Future perf.
zal ontwaterd hebben
I will have dehydrated
zal ontwaterd hebben
you will have dehydrated
zal ontwaterd hebben
he/she/it will have dehydrated
zullen ontwaterd hebben
we will have dehydrated
zullen ontwaterd hebben
you all will have dehydrated
zullen ontwaterd hebben
they will have dehydrated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontwaterd hebben
I would have dehydrated
zou ontwaterd hebben
you would have dehydrated
zou ontwaterd hebben
he/she/it would have dehydrated
zouden ontwaterd hebben
we would have dehydrated
zouden ontwaterd hebben
you all would have dehydrated
zouden ontwaterd hebben
they would have dehydrated
Du
Ihr
Imperative mood
ontwater
dehydrate
ontwatert
dehydrate

Examples of ontwateren

Example in DutchTranslation in English
De lichamen zijn in het veld gedumpt, compleet ontwaterd.The bodies were dumped in fields, completely dehydrated.
- Heb je de ontwaterde, laag-natrium sojasaus meegenomen? - Check.Did you bring the dehydrated low-sodium soy sauce?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitwateren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontlopen
outrun
ontnuchteren
sober up
ontslaan
dismiss
ontspringen
be derailed
ontstijgen
transcend
ontvlekken
despeckle
ontwassen
dewax
ontweien
eviscerate
ontwoekeren
reclaim
ontzetten
alarm

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dehydrate':

None found.
Learning languages?