Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Luiken (to do) conjugation

Dutch
15 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
luik
luikt
luikt
luiken
luiken
luiken
Present perfect tense
heb geloken
hebt geloken
heeft geloken
hebben geloken
hebben geloken
hebben geloken
Past tense
look
look
look
loken
loken
loken
Future tense
zal luiken
zult luiken
zal luiken
zullen luiken
zullen luiken
zullen luiken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou luiken
zou luiken
zou luiken
zouden luiken
zouden luiken
zouden luiken
Subjunctive mood
luike
luike
luike
luike
luike
luike
Past perfect tense
had geloken
had geloken
had geloken
hadden geloken
hadden geloken
hadden geloken
Future perf.
zal geloken hebben
zal geloken hebben
zal geloken hebben
zullen geloken hebben
zullen geloken hebben
zullen geloken hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geloken hebben
zou geloken hebben
zou geloken hebben
zouden geloken hebben
zouden geloken hebben
zouden geloken hebben
Du
Ihr
Imperative mood
luik
luikt

Examples of luiken

Example in DutchTranslation in English
'Dus veilig, mensen, doe de luiken neer 'En verhuis alle losse meubels naar binnen.'So be safe, people, batten down the hatches 'and move all loose street furniture inside.
'Op een zondagmiddag, als de luiken nog dicht zijn en het proletariaat bezit neemt van de straat zijn er bepaalde verbindingswegen die je doen denken aan niets minder dan een grote, kwaadaardig zwellende lul.'"On a Sunday afternoon, "when the shutters are down "and the proletariat possesses the street
- De buitendeuren hebben geen luiken.- The exterior doors don't have gates on them.
- De luiken waren naar beneden.Those doors were down, so that means this:
- Dieper. Let op de luiken.Let's see how she does.
- Doe het luik dicht.- Close the door.
- Een luik!- It's a door.
- Het luik is gebroken.- A couple of dogs sheared off the hatch.
- Hoe weet je dat er nog een luik is?-How do we know there's an open hatch?
- Komen eraan. Maak 't luik vrij.Get to work on the trap door.
Aan je nieuwe look te zien, zat je niet in Italië.That you didn't end up in Italy. Nor greece, nor alaska,
Dolly, look, is there any way you can track it down, you know?Or... Or did someone try and buy it before and failed? Anything.
Er is me niks anders opgevallen aan Marty's look.I didn't notice anything different about Marty's look.
Heb jij de gewone man look bedacht?You did the regular guy.
Hoe heb je deze look voor elkaar gekregen...How did you even put this look together

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duiken
dive
lakken
varnish
lekken
leak
lijken
suffer
likken
lick
linken
link
lokken
locate
lonken
ogle
lubben
emasculate
luiden
ring
luimen
do
luizen
louse
lukken
work
lullen
talk bullshit
lunzen
do

Similar but longer

opluiken
do
sluiken
do

Random

letterkeren
anagrammatise
lospeuteren
winkle out
loten
do
lubben
emasculate
luien
lazy
luieriken
lazy guys
luilakken
laze
maffen
kip
makelen
do
marchanderen
haggle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.