Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Sluiken (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of sluiken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sluik
I do
sluikt
you do
sluikt
he/she/it does
sluiken
we do
sluiken
you all do
sluiken
they do
Present perfect tense
heb gesloken
I have done
hebt gesloken
you have done
heeft gesloken
he/she/it has done
hebben gesloken
we have done
hebben gesloken
you all have done
hebben gesloken
they have done
Past tense
slook
I did
slook
you did
slook
he/she/it did
sloken
we did
sloken
you all did
sloken
they did
Future tense
zal sluiken
I will do
zult sluiken
you will do
zal sluiken
he/she/it will do
zullen sluiken
we will do
zullen sluiken
you all will do
zullen sluiken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou sluiken
I would do
zou sluiken
you would do
zou sluiken
he/she/it would do
zouden sluiken
we would do
zouden sluiken
you all would do
zouden sluiken
they would do
Subjunctive mood
sluike
I do
sluike
you do
sluike
he/she/it do
sluike
we do
sluike
you all do
sluike
they do
Past perfect tense
had gesloken
I had done
had gesloken
you had done
had gesloken
he/she/it had done
hadden gesloken
we had done
hadden gesloken
you all had done
hadden gesloken
they had done
Future perf.
zal gesloken hebben
I will have done
zal gesloken hebben
you will have done
zal gesloken hebben
he/she/it will have done
zullen gesloken hebben
we will have done
zullen gesloken hebben
you all will have done
zullen gesloken hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesloken hebben
I would have done
zou gesloken hebben
you would have done
zou gesloken hebben
he/she/it would have done
zouden gesloken hebben
we would have done
zouden gesloken hebben
you all would have done
zouden gesloken hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
sluik
do
sluikt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fnuiken
cripple
slikken
swallow
slinken
shrink
slokken
gulp
sluipen
sneak
sluiten
close
sluizen
do
slurpen
sip
smuiken
do
stuiken
swag

Similar but longer

insluiken
do

Random

slabakken
jerk off
slempen
drink
slikken
swallow
slokken
gulp
sloven
drudge
sluieren
veil
sluikstorten
do
slungelen
slouch
smachten
yearn
smulpapen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.