Luien (to lazy) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of luien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lui
I lazy
luit
you lazy
luit
he/she/it lazies
luien
we lazy
luien
you all lazy
luien
they lazy
Present perfect tense
heb geluid
I have lazied
hebt geluid
you have lazied
heeft geluid
he/she/it has lazied
hebben geluid
we have lazied
hebben geluid
you all have lazied
hebben geluid
they have lazied
Past tense
luide
I lazied
luide
you lazied
luide
he/she/it lazied
luiden
we lazied
luiden
you all lazied
luiden
they lazied
Future tense
zal luien
I will lazy
zult luien
you will lazy
zal luien
he/she/it will lazy
zullen luien
we will lazy
zullen luien
you all will lazy
zullen luien
they will lazy
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou luien
I would lazy
zou luien
you would lazy
zou luien
he/she/it would lazy
zouden luien
we would lazy
zouden luien
you all would lazy
zouden luien
they would lazy
Subjunctive mood
luie
I lazy
luie
you lazy
luie
he/she/it lazy
luie
we lazy
luie
you all lazy
luie
they lazy
Past perfect tense
had geluid
I had lazied
had geluid
you had lazied
had geluid
he/she/it had lazied
hadden geluid
we had lazied
hadden geluid
you all had lazied
hadden geluid
they had lazied
Future perf.
zal geluid hebben
I will have lazied
zal geluid hebben
you will have lazied
zal geluid hebben
he/she/it will have lazied
zullen geluid hebben
we will have lazied
zullen geluid hebben
you all will have lazied
zullen geluid hebben
they will have lazied
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geluid hebben
I would have lazied
zou geluid hebben
you would have lazied
zou geluid hebben
he/she/it would have lazied
zouden geluid hebben
we would have lazied
zouden geluid hebben
you all would have lazied
zouden geluid hebben
they would have lazied
Du
Ihr
Imperative mood
lui
lazy
luit
lazy

Examples of luien

Example in DutchTranslation in English
Bestemming is voor de luien.Fate is for the lazy.
! Je bent lui!You are lazy!
"lui-makers.""lazy makers."
'De zwarte onderklasse is lui.'"The black underclass is lazy." - He's got a point.
't Meisje heeft je lui gemaakt.Girl's made you lazy in the head.
- Ach, doe niet zo lui.Oh, don't be so lazy.
"De snelle bruine vos... Springt over een luie hond.""The quick brown fox jumps over a lazy dog.
"Gregory Wilks, een luie, incompetente werknemer.""Gregory Wilks, a lazy, incompetent employee." '
"Kom van je luie kont en zoek een baan of ik stop de geldstroom"."You get off your lazy ass and get a job "or I am stopping the gravy train. " So, what did she do?
"Op met uw luie donder"?"Let's have you, lazy Daisy"?
'Alsof je dronken bent, deze luie momenten.' 'Op deze luie momenten, luie momenten.'Making you drunk, these lazy moments ln these lazy moments, lazy moments

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aaien
stroke
buien
do
geien
obey
heien
lift
laden
load
laken
do
laten
have
laven
refresh
legen
empty
leken
do
lemen
clay
lenen
borrow
leren
learn
leven
live
lezen
read

Similar but longer

luiden
ring
luieren
lounge
luiken
do
luimen
do
luizen
louse

Random

logenstraffen
leach
losgespen
go nuts
losknippen
cut loose
losrijden
warm up
losschudden
fan
luiden
ring
luieren
lounge
maaien
mow
machtigen
authorize
mannen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lazy':

None found.
Learning languages?