Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opluiken (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of opluiken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
luik op
I do
luikt op
you do
luikt op
he/she/it does
luiken op
we do
luiken op
you all do
luiken op
they do
Present perfect tense
ben opgeloken
I have done
bent opgeloken
you have done
is opgeloken
he/she/it has done
zijn opgeloken
we have done
zijn opgeloken
you all have done
zijn opgeloken
they have done
Past tense
look op
I did
look op
you did
look op
he/she/it did
loken op
we did
loken op
you all did
loken op
they did
Future tense
zal opluiken
I will do
zult opluiken
you will do
zal opluiken
he/she/it will do
zullen opluiken
we will do
zullen opluiken
you all will do
zullen opluiken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opluiken
I would do
zou opluiken
you would do
zou opluiken
he/she/it would do
zouden opluiken
we would do
zouden opluiken
you all would do
zouden opluiken
they would do
Subjunctive mood
luike op
I do
luike op
you do
luike op
he/she/it do
luike op
we do
luike op
you all do
luike op
they do
Past perfect tense
was opgeloken
I had done
was opgeloken
you had done
was opgeloken
he/she/it had done
waren opgeloken
we had done
waren opgeloken
you all had done
waren opgeloken
they had done
Future perf.
zal opgeloken zijn
I will have done
zal opgeloken zijn
you will have done
zal opgeloken zijn
he/she/it will have done
zullen opgeloken zijn
we will have done
zullen opgeloken zijn
you all will have done
zullen opgeloken zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeloken zijn
I would have done
zou opgeloken zijn
you would have done
zou opgeloken zijn
he/she/it would have done
zouden opgeloken zijn
we would have done
zouden opgeloken zijn
you all would have done
zouden opgeloken zijn
they would have done
Present bijzin tense
opluik
I do
opluikt
you do
opluikt
he/she/it does
opluiken
we do
opluiken
you all do
opluiken
they do
Past bijzin tense
oplook
I did
oplook
you did
oplook
he/she/it did
oploken
we did
oploken
you all did
oploken
they did
Future bijzin tense
zal opluiken
I will do
zult opluiken
you will do
zal opluiken
he/she/it will do
zullen opluiken
we will do
zullen opluiken
you all will do
zullen opluiken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opluiken
I would do
zou opluiken
you would do
zou opluiken
he/she/it would do
zouden opluiken
we would do
zouden opluiken
you all would do
zouden opluiken
they would do
Subjunctive bijzin mood
opluike
I do
opluike
you do
opluike
he/she/it do
opluike
we do
opluike
you all do
opluike
they do
Du
Ihr
Imperative mood
luik op
do
luikt op
do

Examples of opluiken

Example in DutchTranslation in English
Deze luiken op voor- en achtersteven... dienen voor een uniek rupsvoortstuwingssysteem... dat praktisch geluidloos is.We believe that these doors enclose a unique propulsion system. A magneto-hydrodynamic drive, or caterpillar, that would enable the sub to run virtually silent.
Wilt u de luiken op exact dezelfde manier sluiten als u maandag deed?Would you be so kind as to close those window shutters exactly as they were on Monday night.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opduiken
emerge
opleuken
pimp up
oplikken
lick

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.