Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Luimen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
luim
luimt
luimt
luimen
luimen
luimen
Present perfect tense
heb geluimd
hebt geluimd
heeft geluimd
hebben geluimd
hebben geluimd
hebben geluimd
Past tense
luimde
luimde
luimde
luimden
luimden
luimden
Future tense
zal luimen
zult luimen
zal luimen
zullen luimen
zullen luimen
zullen luimen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou luimen
zou luimen
zou luimen
zouden luimen
zouden luimen
zouden luimen
Subjunctive mood
luime
luime
luime
luime
luime
luime
Past perfect tense
had geluimd
had geluimd
had geluimd
hadden geluimd
hadden geluimd
hadden geluimd
Future perf.
zal geluimd hebben
zal geluimd hebben
zal geluimd hebben
zullen geluimd hebben
zullen geluimd hebben
zullen geluimd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geluimd hebben
zou geluimd hebben
zou geluimd hebben
zouden geluimd hebben
zouden geluimd hebben
zouden geluimd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
luim
luimt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duimen
do
lijmen
glue
lubben
emasculate
luiden
ring
luiken
do
luizen
louse
lukken
work
lullen
talk bullshit
lunzen
do
lurken
lurk
lusten
do
puimen
pumice
ruimen
vacate
zuimen
do

Similar but longer

fluimen
do
pluimen
plume

Random

lichtmissen
light miss
losbinden
untie
lossnijden
cut loose
loswinden
unwind
lubben
emasculate
luilakken
laze
luisteren
listen
lukken
work
maneuvreren
maneuver
manken
limp

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.