Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inpakken (to pack up) conjugation

Dutch
23 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pak in
pakt in
pakt in
pakken in
pakken in
pakken in
Present perfect tense
heb ingepakt
hebt ingepakt
heeft ingepakt
hebben ingepakt
hebben ingepakt
hebben ingepakt
Past tense
pakte in
pakte in
pakte in
pakten in
pakten in
pakten in
Future tense
zal inpakken
zult inpakken
zal inpakken
zullen inpakken
zullen inpakken
zullen inpakken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inpakken
zou inpakken
zou inpakken
zouden inpakken
zouden inpakken
zouden inpakken
Subjunctive mood
pakke in
pakke in
pakke in
pakke in
pakke in
pakke in
Past perfect tense
had ingepakt
had ingepakt
had ingepakt
hadden ingepakt
hadden ingepakt
hadden ingepakt
Future perf.
zal ingepakt hebben
zal ingepakt hebben
zal ingepakt hebben
zullen ingepakt hebben
zullen ingepakt hebben
zullen ingepakt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingepakt hebben
zou ingepakt hebben
zou ingepakt hebben
zouden ingepakt hebben
zouden ingepakt hebben
zouden ingepakt hebben
Present bijzin tense
inpak
inpakt
inpakt
inpakken
inpakken
inpakken
Past bijzin tense
inpakte
inpakte
inpakte
inpakten
inpakten
inpakten
Future bijzin tense
zal inpakken
zult inpakken
zal inpakken
zullen inpakken
zullen inpakken
zullen inpakken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inpakken
zou inpakken
zou inpakken
zouden inpakken
zouden inpakken
zouden inpakken
Subjunctive bijzin mood
inpakke
inpakke
inpakke
inpakke
inpakke
inpakke
Du
Ihr
Imperative mood
pak in
pakt in

Examples of inpakken

Example in DutchTranslation in English
- Het wordt een lange rit. Dus wassen, aankleden en inpakken.Now, we have a long drive ahead of us, so get washed, dressed, and pack up.
- Laten we inpakken en weggaan.Well, I say we all just pack up and leave.
- Laten we je spullen gaan inpakken.Let's go pack up your stuff.
- Misschien wil ik niet... alles inpakken en weggaan, oké?Maybe I don't want to just pack up and leave,okay?
- Wat? Zomaar inpakken en wegwezen?What, just pack up and leave?
In elk geval, pak in.By the way, pack up.
Oké, pak in en ga daar zo snel mogelijk weg.All right, you should pack up and get out of there as fast as you can.
Je gaat naar huis pakt in. En rapporteert bij Bluebonnet voor vanavond.So you can go home, pack up, and report back to Bluebonnet by the end of the day.
- Trek je terug. We pakken in en gaan weg.We pack up and we move.
- We pakken in. - Het blijft een mislukking.We pack up.
Ja, we pakken in en gaan terug naar kantoor nu.Yeah, we'll pack up shop and head back to the office now.
We pakken in, schat.- Let's pack up darling.
- De keuken is ingepakt voor de verhuizing.- The kitchen's all packed up for the bug-out, sir.
- Geen zorgen, die is al helemaal ingepakt.Already packed up and out of your hair.
- Ik heb ingepakt en ben verhuist.I packed up and I moved out.
- Ik heb wat spullen van je ingepakt.I packed up some of your things.
- Ze hadden ze per ongeluk ingepakt.She said that they packed up some of Ali's things by accident.
- Het vriendje en zusje pakte in en vertrokken.The boyfriend and his sister have packed up and left.
Denk je dat hij inpakt en jou volgt... de mensen regeren die hem verbannen hebben.Do you think he is just gonna pack up and follow you, rule the people that banished him?
En ik ga je bevechten voor elk stuk schroot... dat uit die oceaan komt, totdat je je kleine tent van hebzucht inpakt...And I'm gonna fight you for every scrap that comes out of that ocean until you pack up your little tent of greed...
Jim wil dat je inpakt en de kinderen meteen in de auto zet.Jim needs you to pack up and put the kids in the car right away.
Zeg ik dat je twee miljoen sneller inpakt met z'n tweeën.I just say that it's a lot quicker for four hands to pack up two million dollars than two.
Weet je, ik vond het raar toen mijn ouders alles inpakten en zo snel vertrokken.You know, I thought it was odd when my parents packed up and left as quickly as they did.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afpakken
take away
bepakken
pack
inbakken
do
indekken
hedge
indikken
thicken
inhakken
slash
inkakken
do
inlokken
lure you into
inpalmen
pack up
inpassen
thread
inpekken
do
inperken
constrain
inpikken
pinch
inrukken
do
intikken
do

Similar but longer

inplakken
paste

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pack up':

None found.