Indekken (to hedge) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of indekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dek in
I hedge
dekt in
you hedge
dekt in
he/she/it hedges
dekken in
we hedge
dekken in
you all hedge
dekken in
they hedge
Present perfect tense
heb ingedekt
I have hedged
hebt ingedekt
you have hedged
heeft ingedekt
he/she/it has hedged
hebben ingedekt
we have hedged
hebben ingedekt
you all have hedged
hebben ingedekt
they have hedged
Past tense
dekte in
I hedged
dekte in
you hedged
dekte in
he/she/it hedged
dekten in
we hedged
dekten in
you all hedged
dekten in
they hedged
Future tense
zal indekken
I will hedge
zult indekken
you will hedge
zal indekken
he/she/it will hedge
zullen indekken
we will hedge
zullen indekken
you all will hedge
zullen indekken
they will hedge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou indekken
I would hedge
zou indekken
you would hedge
zou indekken
he/she/it would hedge
zouden indekken
we would hedge
zouden indekken
you all would hedge
zouden indekken
they would hedge
Subjunctive mood
dekke in
I hedge
dekke in
you hedge
dekke in
he/she/it hedge
dekke in
we hedge
dekke in
you all hedge
dekke in
they hedge
Past perfect tense
had ingedekt
I had hedged
had ingedekt
you had hedged
had ingedekt
he/she/it had hedged
hadden ingedekt
we had hedged
hadden ingedekt
you all had hedged
hadden ingedekt
they had hedged
Future perf.
zal ingedekt hebben
I will have hedged
zal ingedekt hebben
you will have hedged
zal ingedekt hebben
he/she/it will have hedged
zullen ingedekt hebben
we will have hedged
zullen ingedekt hebben
you all will have hedged
zullen ingedekt hebben
they will have hedged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingedekt hebben
I would have hedged
zou ingedekt hebben
you would have hedged
zou ingedekt hebben
he/she/it would have hedged
zouden ingedekt hebben
we would have hedged
zouden ingedekt hebben
you all would have hedged
zouden ingedekt hebben
they would have hedged
Present bijzin tense
indek
I hedge
indekt
you hedge
indekt
he/she/it hedges
indekken
we hedge
indekken
you all hedge
indekken
they hedge
Past bijzin tense
indekte
I hedged
indekte
you hedged
indekte
he/she/it hedged
indekten
we hedged
indekten
you all hedged
indekten
they hedged
Future bijzin tense
zal indekken
I will hedge
zult indekken
you will hedge
zal indekken
he/she/it will hedge
zullen indekken
we will hedge
zullen indekken
you all will hedge
zullen indekken
they will hedge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou indekken
I would hedge
zou indekken
you would hedge
zou indekken
he/she/it would hedge
zouden indekken
we would hedge
zouden indekken
you all would hedge
zouden indekken
they would hedge
Subjunctive bijzin mood
indekke
I hedge
indekke
you hedge
indekke
he/she/it hedge
indekke
we hedge
indekke
you all hedge
indekke
they hedge
Du
Ihr
Imperative mood
dekin
hedge
dekt in
hedge

Examples of indekken

Example in DutchTranslation in English
Denk niet dat ie me tegenhoudt... en gouverneur blijft. Je moet je indekken... gezien de situatie in Annapolis.And if you think this clown is gonna hold me off and keep the statehouse, then I know you've got to hedge your bets given how much you're waiting on fm annapolis.
Hij kan indekken hoe hij wil, maar de afgevaardigden zullen weten, dat het van jou afkomstig is.He can hedge it all he wants, but the delegates will see it comes straight from you.
Ik heb het niet over de scheidsrechters van vandaag, maar al die discussies over fouten van scheidsrechters, maakt dat ze hun gokjes gaan indekken.I'm not talking about today's refs, but all this talk about referee's mistakes, it's making them hedge their bets.
Wil je je indekken om met mij te wedden?You want to hedge your bet with me?
Zou Aiden zich willen indekken?Think Aiden's starting to hedge his bets?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdekken
cover up
bedekken
cover
inbakken
do
indenken
imagine
indeuken
dent
indijken
dike
indikken
thicken
induiken
dive
inhakken
slash
inkakken
do
inlokken
lure you into
inpakken
pack up
inpekken
do
inpikken
pinch
inrukken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hedge':

None found.
Learning languages?