Inoliën (to oil) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
olie in
I oil
oliet in
you oil
oliet in
he/she/it oils
oliën in
we oil
oliën in
you all oil
oliën in
they oil
Present perfect tense
heb ingeolied
I have oiled
hebt ingeolied
you have oiled
heeft ingeolied
he/she/it has oiled
hebben ingeolied
we have oiled
hebben ingeolied
you all have oiled
hebben ingeolied
they have oiled
Past tense
oliede in
I oiled
oliede in
you oiled
oliede in
he/she/it oiled
olieden in
we oiled
olieden in
you all oiled
olieden in
they oiled
Future tense
zal inoliën
I will oil
zult inoliën
you will oil
zal inoliën
he/she/it will oil
zullen inoliën
we will oil
zullen inoliën
you all will oil
zullen inoliën
they will oil
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inoliën
I would oil
zou inoliën
you would oil
zou inoliën
he/she/it would oil
zouden inoliën
we would oil
zouden inoliën
you all would oil
zouden inoliën
they would oil
Subjunctive mood
olië in
I oil
olië in
you oil
olië in
he/she/it oil
olië in
we oil
olië in
you all oil
olië in
they oil
Past perfect tense
had ingeolied
I had oiled
had ingeolied
you had oiled
had ingeolied
he/she/it had oiled
hadden ingeolied
we had oiled
hadden ingeolied
you all had oiled
hadden ingeolied
they had oiled
Future perf.
zal ingeolied hebben
I will have oiled
zal ingeolied hebben
you will have oiled
zal ingeolied hebben
he/she/it will have oiled
zullen ingeolied hebben
we will have oiled
zullen ingeolied hebben
you all will have oiled
zullen ingeolied hebben
they will have oiled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeolied hebben
I would have oiled
zou ingeolied hebben
you would have oiled
zou ingeolied hebben
he/she/it would have oiled
zouden ingeolied hebben
we would have oiled
zouden ingeolied hebben
you all would have oiled
zouden ingeolied hebben
they would have oiled
Present bijzin tense
inolie
I oil
inoliet
you oil
inoliet
he/she/it oils
inoliën
we oil
inoliën
you all oil
inoliën
they oil
Past bijzin tense
inoliede
I oiled
inoliede
you oiled
inoliede
he/she/it oiled
inolieden
we oiled
inolieden
you all oiled
inolieden
they oiled
Future bijzin tense
zal inoliën
I will oil
zult inoliën
you will oil
zal inoliën
he/she/it will oil
zullen inoliën
we will oil
zullen inoliën
you all will oil
zullen inoliën
they will oil
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inoliën
I would oil
zou inoliën
you would oil
zou inoliën
he/she/it would oil
zouden inoliën
we would oil
zouden inoliën
you all would oil
zouden inoliën
they would oil
Subjunctive bijzin mood
inolië
I oil
inolië
you oil
inolië
he/she/it oil
inolië
we oil
inolië
you all oil
inolië
they oil
Du
Ihr
Imperative mood
olie in
oil
oliet in
oil

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beoliën
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

hydreren
hydrate
indopen
dip
inhakken
slash
inklemmen
sandwich
inlenen
borrow
innen
collect
inoculeren
inoculate
inpakken
pack up
inschenken
pour
inschikken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'oil':

None found.
Learning languages?