Imkeren (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of imkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
imker
I do
imkert
you do
imkert
he/she/it does
imkeren
we do
imkeren
you all do
imkeren
they do
Present perfect tense
heb geïmkerd
I have done
hebt geïmkerd
you have done
heeft geïmkerd
he/she/it has done
hebben geïmkerd
we have done
hebben geïmkerd
you all have done
hebben geïmkerd
they have done
Past tense
imkerde
I did
imkerde
you did
imkerde
he/she/it did
imkerden
we did
imkerden
you all did
imkerden
they did
Future tense
zal imkeren
I will do
zult imkeren
you will do
zal imkeren
he/she/it will do
zullen imkeren
we will do
zullen imkeren
you all will do
zullen imkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou imkeren
I would do
zou imkeren
you would do
zou imkeren
he/she/it would do
zouden imkeren
we would do
zouden imkeren
you all would do
zouden imkeren
they would do
Subjunctive mood
imkere
I do
imkere
you do
imkere
he/she/it do
imkere
we do
imkere
you all do
imkere
they do
Past perfect tense
had geïmkerd
I had done
had geïmkerd
you had done
had geïmkerd
he/she/it had done
hadden geïmkerd
we had done
hadden geïmkerd
you all had done
hadden geïmkerd
they had done
Future perf.
zal geïmkerd hebben
I will have done
zal geïmkerd hebben
you will have done
zal geïmkerd hebben
he/she/it will have done
zullen geïmkerd hebben
we will have done
zullen geïmkerd hebben
you all will have done
zullen geïmkerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïmkerd hebben
I would have done
zou geïmkerd hebben
you would have done
zou geïmkerd hebben
he/she/it would have done
zouden geïmkerd hebben
we would have done
zouden geïmkerd hebben
you all would have done
zouden geïmkerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
imker
do
imkert
do

Examples of imkeren

Example in DutchTranslation in English
Het Sunny Meadows Complex in Elizabeth, New Jersey, de Sterling Tower bij de marinebasis, en zijn broer is een imker.Sunny Meadows Complex in Elizabeth, New Jersey, the Sterling Tower in the Navy Yards, and his brother is a beekeeper.
Lil, we accepteren allemaal je lange crisis die je ondergaat... ..Met je punk band en imker en je diefstalletjes, maar dit is mijn carrière waar je mee speelt.Look, Lil, we're all tolerating this prolonged nervous breakdown you're clearly having, with the punk band and the beekeeping and the petty larceny, but this is my career you're messing with.
Tuurlijk, dit is echt niet m'n eerste dag als imker, hoor.I knew that. Geez, what do you think, this is my first day as a beekeeper?
Ze proberen de imker er te laten mee ophouden.They are trying to shut the beekeeper down.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkeren
turn away
akkeren
do
ankeren
anchor
bakeren
swaddle
bekeren
convert
ijveren
strive
inkeren
do
interen
sinter
jokeren
do
mokeren
do
omkeren
turn around
pikeren
pipe
pokeren
poke the fire
rokeren
castle
zekeren
belay

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?