Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Imkeren (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
imker
imkert
imkert
imkeren
imkeren
imkeren
Present perfect tense
heb geïmkerd
hebt geïmkerd
heeft geïmkerd
hebben geïmkerd
hebben geïmkerd
hebben geïmkerd
Past tense
imkerde
imkerde
imkerde
imkerden
imkerden
imkerden
Future tense
zal imkeren
zult imkeren
zal imkeren
zullen imkeren
zullen imkeren
zullen imkeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou imkeren
zou imkeren
zou imkeren
zouden imkeren
zouden imkeren
zouden imkeren
Subjunctive mood
imkere
imkere
imkere
imkere
imkere
imkere
Past perfect tense
had geïmkerd
had geïmkerd
had geïmkerd
hadden geïmkerd
hadden geïmkerd
hadden geïmkerd
Future perf.
zal geïmkerd hebben
zal geïmkerd hebben
zal geïmkerd hebben
zullen geïmkerd hebben
zullen geïmkerd hebben
zullen geïmkerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïmkerd hebben
zou geïmkerd hebben
zou geïmkerd hebben
zouden geïmkerd hebben
zouden geïmkerd hebben
zouden geïmkerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
imker
imkert

Examples of imkeren

Example in DutchTranslation in English
Het Sunny Meadows Complex in Elizabeth, New Jersey, de Sterling Tower bij de marinebasis, en zijn broer is een imker.Sunny Meadows Complex in Elizabeth, New Jersey, the Sterling Tower in the Navy Yards, and his brother is a beekeeper.
Lil, we accepteren allemaal je lange crisis die je ondergaat... ..Met je punk band en imker en je diefstalletjes, maar dit is mijn carrière waar je mee speelt.Look, Lil, we're all tolerating this prolonged nervous breakdown you're clearly having, with the punk band and the beekeeping and the petty larceny, but this is my career you're messing with.
Tuurlijk, dit is echt niet m'n eerste dag als imker, hoor.I knew that. Geez, what do you think, this is my first day as a beekeeper?
Ze proberen de imker er te laten mee ophouden.They are trying to shut the beekeeper down.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkeren
turn away
akkeren
do
ankeren
anchor
bakeren
swaddle
bekeren
convert
ijveren
strive
inkeren
do
interen
sinter
jokeren
do
mokeren
do
omkeren
turn around
pikeren
pipe
pokeren
poke the fire
rokeren
castle
zekeren
belay

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.