Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Pokeren (to poke the fire) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
poker
pokert
pokert
pokeren
pokeren
pokeren
Present perfect tense
heb gepokerd
hebt gepokerd
heeft gepokerd
hebben gepokerd
hebben gepokerd
hebben gepokerd
Past tense
pokerde
pokerde
pokerde
pokerden
pokerden
pokerden
Future tense
zal pokeren
zult pokeren
zal pokeren
zullen pokeren
zullen pokeren
zullen pokeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pokeren
zou pokeren
zou pokeren
zouden pokeren
zouden pokeren
zouden pokeren
Subjunctive mood
pokere
pokere
pokere
pokere
pokere
pokere
Past perfect tense
had gepokerd
had gepokerd
had gepokerd
hadden gepokerd
hadden gepokerd
hadden gepokerd
Future perf.
zal gepokerd hebben
zal gepokerd hebben
zal gepokerd hebben
zullen gepokerd hebben
zullen gepokerd hebben
zullen gepokerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepokerd hebben
zou gepokerd hebben
zou gepokerd hebben
zouden gepokerd hebben
zouden gepokerd hebben
zouden gepokerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
poker
pokert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkeren
turn away
akkeren
do
ankeren
anchor
bakeren
swaddle
bekeren
convert
imkeren
do
inkeren
do
jokeren
do
mokeren
do
omkeren
turn around
paleren
do
paneren
bread
pareren
turn away
peperen
pepper
pikeren
pipe

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

plaatsvinden
take place
platineren
platinize
pluggen
plug
plukken
pick
poeieren
powder
poken
poke the fire
pokken
do
polderen
do
polieren
do
poseren
pose

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'poke the fire':

None found.