Afkeren (to turn away) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of afkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
keer af
I turn away
keert af
you turn away
keert af
he/she/it turns away
keren af
we turn away
keren af
you all turn away
keren af
they turn away
Present perfect tense
heb afgekeerd
I have turned away
hebt afgekeerd
you have turned away
heeft afgekeerd
he/she/it has turned away
hebben afgekeerd
we have turned away
hebben afgekeerd
you all have turned away
hebben afgekeerd
they have turned away
Past tense
keerde af
I turned away
keerde af
you turned away
keerde af
he/she/it turned away
keerden af
we turned away
keerden af
you all turned away
keerden af
they turned away
Future tense
zal afkeren
I will turn away
zult afkeren
you will turn away
zal afkeren
he/she/it will turn away
zullen afkeren
we will turn away
zullen afkeren
you all will turn away
zullen afkeren
they will turn away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afkeren
I would turn away
zou afkeren
you would turn away
zou afkeren
he/she/it would turn away
zouden afkeren
we would turn away
zouden afkeren
you all would turn away
zouden afkeren
they would turn away
Subjunctive mood
kere af
I turn away
kere af
you turn away
kere af
he/she/it turn away
kere af
we turn away
kere af
you all turn away
kere af
they turn away
Past perfect tense
had afgekeerd
I had turned away
had afgekeerd
you had turned away
had afgekeerd
he/she/it had turned away
hadden afgekeerd
we had turned away
hadden afgekeerd
you all had turned away
hadden afgekeerd
they had turned away
Future perf.
zal afgekeerd hebben
I will have turned away
zal afgekeerd hebben
you will have turned away
zal afgekeerd hebben
he/she/it will have turned away
zullen afgekeerd hebben
we will have turned away
zullen afgekeerd hebben
you all will have turned away
zullen afgekeerd hebben
they will have turned away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgekeerd hebben
I would have turned away
zou afgekeerd hebben
you would have turned away
zou afgekeerd hebben
he/she/it would have turned away
zouden afgekeerd hebben
we would have turned away
zouden afgekeerd hebben
you all would have turned away
zouden afgekeerd hebben
they would have turned away
Present bijzin tense
afkeer
I turn away
afkeert
you turn away
afkeert
he/she/it turns away
afkeren
we turn away
afkeren
you all turn away
afkeren
they turn away
Past bijzin tense
afkeerde
I turned away
afkeerde
you turned away
afkeerde
he/she/it turned away
afkeerden
we turned away
afkeerden
you all turned away
afkeerden
they turned away
Future bijzin tense
zal afkeren
I will turn away
zult afkeren
you will turn away
zal afkeren
he/she/it will turn away
zullen afkeren
we will turn away
zullen afkeren
you all will turn away
zullen afkeren
they will turn away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afkeren
I would turn away
zou afkeren
you would turn away
zou afkeren
he/she/it would turn away
zouden afkeren
we would turn away
zouden afkeren
you all would turn away
zouden afkeren
they would turn away
Subjunctive bijzin mood
afkere
I turn away
afkere
you turn away
afkere
he/she/it turn away
afkere
we turn away
afkere
you all turn away
afkere
they turn away
Du
Ihr
Imperative mood
keer af
turn away
keert af
turn away

Examples of afkeren

Example in DutchTranslation in English
Als we onze wetten overtreden, zullen onze voorvaderen zich afkeren van ons. en de band tussen levende en doden zal verbroken worden.If we break our laws, our ancestors will turn away from us and the eternal bond between the living and the dead will be broken.
Dan ga ik weg, maar ik zal me nooit afkeren van Uw genade.I will go away, but I will never turn away from your grace.
Een man die zijn zonde haat, kan ervan verlost worden. Ook als hij zich er niet van kan afkeren.A man who hates his sin can be redeemed from it, even if he can't turn away from it.
En ik zal me niet van hen afkeren. Ik zal gehoor geven aan hun roep.And l will not turn away from them, l will answer their call.
Iemand bij wie mensen zich gewoon afkeren.The kind of person that people just turn away from.
Het dorp waar we naartoe gaan... heeft zich afgekeerd van God.The village where we are going ... has turned away from God.
Ik heb mij nooit afgekeerd.I never turned away,
Maar het lijkt erop dat ze zich hebben afgekeerd.But it seems that they've turned away.
Nu is mijn geest afgekeerd van elk geloof, voor altijd.Now, my mind is turned away from all religions for the rest of my life.
We hebben ons afgekeerd van Uw wetten.We've acted wickedly. We've turned away from your good laws.
Geluk is een mooie vrouw van wie je je afkeert, omdat je weet dat je haar nooit zult krijgen.Luck is a beautiful woman you turn away from, cos you know you ain't ever going to get her.
Die zich afkeerde van een wereld vol angst.Who turned away from the world of fear.
Maar hoe meer ze zich afkeerde, hoe banger ze voor haar werden en toen deden ze iets vreselijks.But the more she turned away from people, the more scared they were of her, and they did something terrible!
Weet je, Nathan, mijn hart brak toen je je losmaakte en je je van mij, je vader, afkeerde.You know, Nathan... It broke my heart when you emancipated yourself and turned away from me as a father.
Maar heren, wat we niet kunnen vergeven... wat ik nooit kan vergeven... is hoe wij, u, ik, deze regering, wij allemaal... ons afkeerden van die straten... van de armen, de zieken, de onderlaag... die klem zitten in de ravage van ooit geliefde wijken... gemeenschappen die we niet verdedigd hebben... die zijn overgelaten aan de verschrikkingen van drugshandel... en als deze ramp iets van ons vraagt als stad... dan moeten we zeggen:But, gentlemen, what we can't forgive, what l can't forgive ever is how we - you, me, this administration, all of us - how we turned away from those streets in West Baltimore, the poor, the sick, the swollen underclass of our city trapped in the wreckage of neighbourhoods which were once so prized, communities which we've failed to defend, which we have surrendered to the horrors of the drug trade, and if this disaster demands anything of us as a city, it demands that we say "Enough."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

acteren
act
adderen
adapt
afgeren
do
afharen
do
afhoren
do
afhuren
do
afkaden
do
afkapen
do
afkoken
cool down
afkomen
head
afkopen
commute
afleren
do
afmeren
moor
afmuren
do
afteren
do

Similar but longer

afkerven
do
afkeuren
disapprove
afkuieren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'turn away':

None found.
Learning languages?