Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ijshockeyen (to do) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ijshockey
ijshockeyt
ijshockeyt
ijshockeyen
ijshockeyen
ijshockeyen
Present perfect tense
heb geijshockeyd
hebt geijshockeyd
heeft geijshockeyd
hebben geijshockeyd
hebben geijshockeyd
hebben geijshockeyd
Past tense
ijshockeyde
ijshockeyde
ijshockeyde
ijshockeyden
ijshockeyden
ijshockeyden
Future tense
zal ijshockeyen
zult ijshockeyen
zal ijshockeyen
zullen ijshockeyen
zullen ijshockeyen
zullen ijshockeyen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ijshockeyen
zou ijshockeyen
zou ijshockeyen
zouden ijshockeyen
zouden ijshockeyen
zouden ijshockeyen
Subjunctive mood
ijshockeye
ijshockeye
ijshockeye
ijshockeye
ijshockeye
ijshockeye
Past perfect tense
had geijshockeyd
had geijshockeyd
had geijshockeyd
hadden geijshockeyd
hadden geijshockeyd
hadden geijshockeyd
Future perf.
zal geijshockeyd hebben
zal geijshockeyd hebben
zal geijshockeyd hebben
zullen geijshockeyd hebben
zullen geijshockeyd hebben
zullen geijshockeyd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geijshockeyd hebben
zou geijshockeyd hebben
zou geijshockeyd hebben
zouden geijshockeyd hebben
zouden geijshockeyd hebben
zouden geijshockeyd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ijshockey
ijshockeyt

Examples of ijshockeyen

Example in DutchTranslation in English
Ik weet niet of ik de rest van m'n leven wel wil ijshockeyen.I mean, I don't know if I want to play hockey for the rest of my life.
Luister, ik ga weer ijshockeyen.The dog. Where's-- Listen...
Tijdens het ijshockeyen trok ik m'n handschoen uit om wat te drinken.How did you do that? - After hockey practice. I didn't have my glove on.
Waarom ga je niet gewoon ijshockeyen of softballen? Doe iets goedkopers.Why don't you just join a hockey league or a softball team and do something to feel alive that costs a little less?
- Dat hoeft niet met ijshockey.You don't have to think, Mike. This is hockey.
- Dwing hem bij ijshockey niet... het volkslied voor z'n team te fluiten.If your child is a terrific hockey player and a gifted flautist, don't make them play the National Anthem on the flute in front of their teammates.
- Je houdt niet van ijshockey.You don't like hockey!
-met hun ijshockey -en die teef Anne Murray het is de schuld van Canada het is 'n schande weg met de vuilbekkerij het is uit met de pret we moeten iets doen voor iemand bedenkt dat het onze schuld is- With all their hockey hullabaloo - And that bitch Anne Murray too The smut and trash we must bash The laughs and fun must be undone
Alcina, vind jij ijshockey leuk?Alcina, do you like hockey?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

hopsen
do
hossen
do
hovenieren
hove kidneys
hypnotiseren
hypnotise
ijlen
be delirious
ijsberen
do
ijsdansen
ice dancing
ijsracen
do
ijzelen
do
incarneren
incarnate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.