Dutten (to doze) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of dutten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dut
I doze
dut
you doze
dut
he/she/it dozes
dutten
we doze
dutten
you all doze
dutten
they doze
Present perfect tense
heb gedut
I have dozed
hebt gedut
you have dozed
heeft gedut
he/she/it has dozed
hebben gedut
we have dozed
hebben gedut
you all have dozed
hebben gedut
they have dozed
Past tense
dutte
I dozed
dutte
you dozed
dutte
he/she/it dozed
dutten
we dozed
dutten
you all dozed
dutten
they dozed
Future tense
zal dutten
I will doze
zult dutten
you will doze
zal dutten
he/she/it will doze
zullen dutten
we will doze
zullen dutten
you all will doze
zullen dutten
they will doze
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dutten
I would doze
zou dutten
you would doze
zou dutten
he/she/it would doze
zouden dutten
we would doze
zouden dutten
you all would doze
zouden dutten
they would doze
Subjunctive mood
dutte
I doze
dutte
you doze
dutte
he/she/it doze
dutte
we doze
dutte
you all doze
dutte
they doze
Past perfect tense
had gedut
I had dozed
had gedut
you had dozed
had gedut
he/she/it had dozed
hadden gedut
we had dozed
hadden gedut
you all had dozed
hadden gedut
they had dozed
Future perf.
zal gedut hebben
I will have dozed
zal gedut hebben
you will have dozed
zal gedut hebben
he/she/it will have dozed
zullen gedut hebben
we will have dozed
zullen gedut hebben
you all will have dozed
zullen gedut hebben
they will have dozed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedut hebben
I would have dozed
zou gedut hebben
you would have dozed
zou gedut hebben
he/she/it would have dozed
zouden gedut hebben
we would have dozed
zouden gedut hebben
you all would have dozed
zouden gedut hebben
they would have dozed
Du
Ihr
Imperative mood
dut
doze
dut
doze

Examples of dutten

Example in DutchTranslation in English
De oude mannelijk beer, echter, plant een aanval vanuit de zee en doet zijn zet terwijl de nietsvermoedende kudde aan het dutten zijn.However, the old bear drifts an attack from the sea and it acts while the flock it dozes unworried.
Het is half vier. Meestal lig ik rond die tijd wat te dutten.- I tend to doze off around this time.
Hij zat te dutten bij de snoepautomaat.He was down at the candy machines, dozed off.
Nee, ik heb de neiging in te dutten in mijn kantoor na middennacht.- No, I tend to doze off in my office after midnight.
Terwijl jij lag te dutten, heb ik Mallory uitgeschud.While you were having a doze, I dug out Mallory.
Ja, ik heb wat gedut.Yeah, I guess I must have dozed a little.
Ja, sorry, ik was even weg gedut.Yes, sorry, I must have dozed off.
Ik dutte in buiten bij het zwembad.I dozed off out by the pool.
Ik dutte in, misschien een half uurtje.I dozed off for, maybe, half an hour.
Ze dutte in tijdens Perry Mason, dus ze is naar bed.Oh. She dozed off during "Perry Mason," so I insisted she head off to bed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

batten
bat
betten
bathe
botten
bud
darten
do
dubben
do
duiden
interpret
duiken
dive
duimen
do
dulden
endure
dumpen
dump
dunken
please
dunnen
thin
durven
dare
fitten
adjust
hotten
do

Similar but longer

indutten
doze off

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'doze':

None found.
Learning languages?