Duimen (to do) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of duimen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duim
I do
duimt
you do
duimt
he/she/it does
duimen
we do
duimen
you all do
duimen
they do
Present perfect tense
heb geduimd
I have done
hebt geduimd
you have done
heeft geduimd
he/she/it has done
hebben geduimd
we have done
hebben geduimd
you all have done
hebben geduimd
they have done
Past tense
duimde
I did
duimde
you did
duimde
he/she/it did
duimden
we did
duimden
you all did
duimden
they did
Future tense
zal duimen
I will do
zult duimen
you will do
zal duimen
he/she/it will do
zullen duimen
we will do
zullen duimen
you all will do
zullen duimen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou duimen
I would do
zou duimen
you would do
zou duimen
he/she/it would do
zouden duimen
we would do
zouden duimen
you all would do
zouden duimen
they would do
Subjunctive mood
duime
I do
duime
you do
duime
he/she/it do
duime
we do
duime
you all do
duime
they do
Past perfect tense
had geduimd
I had done
had geduimd
you had done
had geduimd
he/she/it had done
hadden geduimd
we had done
hadden geduimd
you all had done
hadden geduimd
they had done
Future perf.
zal geduimd hebben
I will have done
zal geduimd hebben
you will have done
zal geduimd hebben
he/she/it will have done
zullen geduimd hebben
we will have done
zullen geduimd hebben
you all will have done
zullen geduimd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geduimd hebben
I would have done
zou geduimd hebben
you would have done
zou geduimd hebben
he/she/it would have done
zouden geduimd hebben
we would have done
zouden geduimd hebben
you all would have done
zouden geduimd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
duim
do
duimt
do

Examples of duimen

Example in DutchTranslation in English
- Jij blijft de kwade politieman, en ik blijf duimen.So what do we do now?
Als je iemand wilt handboeien, breek dan geen duimen.If you're gonna handcuff somebody, don't break their thumb.
Als je nu niet weggaat breken ze straks onze duimen nog.If you don't leave now, they're going to break your thumbs.
Bij deze gingen de duimen van de miljonair naar beneden.This one, Richard gave a... A billionaire's thumbs down.
Bij vormgeving zitten ze duimen te draaien.There's a lot of guys twiddling their thumbs down in art.
"Met duim en wijsvinger van de rechterhand trekt u de trekkerbeugel naar beneden en naar buiten."With thumb and forefinger of right hand, pull downward and outward... on rear of trigger guard.
- Goed gevoel onder die duim? Eet je hamburger op.How does that big thumb feel pressing down on your head?
- Ik heb een dubbelgelede duim.I have a double-jointed thumb.
- Ik ken hem niet. Nu doet u alweer zo met uw duim en wijsvinger.There you go doing that thing with your thumb and your forefinger.
- Je hebt ze goed onder de duim vanavond.Tonight, I'll tell you, you have really got this thing down to a science. Yeah?
Je duimt dus met alle vier je duimen dat je iets krijgt toebedeeld of voel je je soms loyaal aan hem?So let me get this straight. You got your 20 fingers crossed waiting for a handout. Or, better yet, you feel some sense of loyalty?
Lokale bobby duimt voor teenager zelfmoord?- I don't think so. "Local Bobby Gives Thumbs Up To Teen Suicide"?
Misschien heeft Tom dingen gedaan waarvan de geleerde aanklager die duimt in z'n slaap, hem beschuldigt.Now, yes, maybe Tom Turner did do some of those things that the learned prosecutor, who sucks his thumb in his sleep, says that he did.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dammen
play draughts
dimmen
dimension
doemen
condemn
dromen
dream
dubben
do
duiden
interpret
duiken
dive
dulden
endure
dumpen
dump
dunken
please
dunnen
thin
durven
dare
dutten
doze
luimen
do
puimen
pumice

Similar but longer

beduimen
do
duimelen
do

Random

draven
trot
dubbelchecken
double check
dubbeldippen
double dipping
dubbelslaan
double strike
duikelen
interpret
duimelen
do
duisteren
do
duwen
push
dwarsbomen
counteract
eggen
harrow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?