Duivelen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of duivelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duivel
I do
duivelt
you do
duivelt
he/she/it does
duivelen
we do
duivelen
you all do
duivelen
they do
Present perfect tense
heb geduiveld
I have done
hebt geduiveld
you have done
heeft geduiveld
he/she/it has done
hebben geduiveld
we have done
hebben geduiveld
you all have done
hebben geduiveld
they have done
Past tense
duivelde
I did
duivelde
you did
duivelde
he/she/it did
duivelden
we did
duivelden
you all did
duivelden
they did
Future tense
zal duivelen
I will do
zult duivelen
you will do
zal duivelen
he/she/it will do
zullen duivelen
we will do
zullen duivelen
you all will do
zullen duivelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou duivelen
I would do
zou duivelen
you would do
zou duivelen
he/she/it would do
zouden duivelen
we would do
zouden duivelen
you all would do
zouden duivelen
they would do
Subjunctive mood
duivele
I do
duivele
you do
duivele
he/she/it do
duivele
we do
duivele
you all do
duivele
they do
Past perfect tense
had geduiveld
I had done
had geduiveld
you had done
had geduiveld
he/she/it had done
hadden geduiveld
we had done
hadden geduiveld
you all had done
hadden geduiveld
they had done
Future perf.
zal geduiveld hebben
I will have done
zal geduiveld hebben
you will have done
zal geduiveld hebben
he/she/it will have done
zullen geduiveld hebben
we will have done
zullen geduiveld hebben
you all will have done
zullen geduiveld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geduiveld hebben
I would have done
zou geduiveld hebben
you would have done
zou geduiveld hebben
he/she/it would have done
zouden geduiveld hebben
we would have done
zouden geduiveld hebben
you all would have done
zouden geduiveld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
duivel
do
duivelt
do

Examples of duivelen

Example in DutchTranslation in English
"'Ongetwijfeld. Jij bent bezeten doorde duivel',... zei hij vurig, 'als je zo tegen me praat... terwijl je doodgaat'."Without a doubt, you are possessed by the devil said he with ferocity, if you talk to me like this when you are dying.
"De enige manier om van deze berg te komen, is langs de duivel. ""The only way off this mountain is down the devil's chute."
"Het moest van de duivel.""The Devil made me do it."
"Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u neergedaald in grote grimmigheid wetende dat hij weinig tijd heeft en de vorst der duisternis zal sterk zijn.""But woe to you, sea and earth, for the devil hath come down to you in great fury, knowing that his time is short, and the Prince of Darkness shall be mighty."
'Het betreft hier geen bezetenheid door een duivel of demoon.'"I don't believe this is possession "by any sort of devil or demon.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

drevelen
do
dubbelen
do
duikelen
interpret
duimelen
do
duizelen
dizzy

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?