Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

doorklikken

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of doorklikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klik door
I do
klikt door
you do
klikt door
he/she/it does
klikken door
we do
klikken door
you all do
klikken door
they do
Present perfect tense
heb doorgeklikt
I have done
hebt doorgeklikt
you have done
heeft doorgeklikt
he/she/it has done
hebben doorgeklikt
we have done
hebben doorgeklikt
you all have done
hebben doorgeklikt
they have done
Past tense
klikte door
I did
klikte door
you did
klikte door
he/she/it did
klikten door
we did
klikten door
you all did
klikten door
they did
Future tense
zal doorklikken
I will do
zult doorklikken
you will do
zal doorklikken
he/she/it will do
zullen doorklikken
we will do
zullen doorklikken
you all will do
zullen doorklikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorklikken
I would do
zou doorklikken
you would do
zou doorklikken
he/she/it would do
zouden doorklikken
we would do
zouden doorklikken
you all would do
zouden doorklikken
they would do
Subjunctive mood
klikke door
I do
klikke door
you do
klikke door
he/she/it do
klikke door
we do
klikke door
you all do
klikke door
they do
Past perfect tense
had doorgeklikt
I had done
had doorgeklikt
you had done
had doorgeklikt
he/she/it had done
hadden doorgeklikt
we had done
hadden doorgeklikt
you all had done
hadden doorgeklikt
they had done
Future perf.
zal doorgeklikt hebben
I will have done
zal doorgeklikt hebben
you will have done
zal doorgeklikt hebben
he/she/it will have done
zullen doorgeklikt hebben
we will have done
zullen doorgeklikt hebben
you all will have done
zullen doorgeklikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeklikt hebben
I would have done
zou doorgeklikt hebben
you would have done
zou doorgeklikt hebben
he/she/it would have done
zouden doorgeklikt hebben
we would have done
zouden doorgeklikt hebben
you all would have done
zouden doorgeklikt hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorklik
I do
doorklikt
you do
doorklikt
he/she/it does
doorklikken
we do
doorklikken
you all do
doorklikken
they do
Past bijzin tense
doorklikte
I did
doorklikte
you did
doorklikte
he/she/it did
doorklikten
we did
doorklikten
you all did
doorklikten
they did
Future bijzin tense
zal doorklikken
I will do
zult doorklikken
you will do
zal doorklikken
he/she/it will do
zullen doorklikken
we will do
zullen doorklikken
you all will do
zullen doorklikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorklikken
I would do
zou doorklikken
you would do
zou doorklikken
he/she/it would do
zouden doorklikken
we would do
zouden doorklikken
you all would do
zouden doorklikken
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorklikke
I do
doorklikke
you do
doorklikke
he/she/it do
doorklikke
we do
doorklikke
you all do
doorklikke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
klik door
do
klikt
do

Examples of doorklikken

(klikt tong) Oei.

(clicks tongue) Ouch. You know, you don't have to worry about Glee Club.

- Dat klopt. Dat hij met een muis klikt en een formulier download... wil niet zeggen dat hij een lastige moordzaak aankan.

Just because he can click a mouse and download a form from the Internet doesn't mean he can handle a complex capital murder case.

- Het klikt gewoon niet.

We just don't connect.

- Het klikt niet tussen ons.

- I tried, but we don't connect.

- Het klikt niet zoals bij ons.

-They don't have our chemistry.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES