Aanstaan (to suit) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of aanstaan

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sta aan
I suit
staat aan
you suit
staat aan
he/she/it suits
staan aan
we suit
staan aan
you all suit
staan aan
they suit
Present perfect tense
heb aangestaan
I have suited
hebt aangestaan
you have suited
heeft aangestaan
he/she/it has suited
hebben aangestaan
we have suited
hebben aangestaan
you all have suited
hebben aangestaan
they have suited
Past tense
stond aan
I suited
stond aan
you suited
stond aan
he/she/it suited
stonden aan
we suited
stonden aan
you all suited
stonden aan
they suited
Future tense
zal aanstaan
I will suit
zult aanstaan
you will suit
zal aanstaan
he/she/it will suit
zullen aanstaan
we will suit
zullen aanstaan
you all will suit
zullen aanstaan
they will suit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanstaan
I would suit
zou aanstaan
you would suit
zou aanstaan
he/she/it would suit
zouden aanstaan
we would suit
zouden aanstaan
you all would suit
zouden aanstaan
they would suit
Subjunctive mood
sta aan
I suit
sta aan
you suit
sta aan
he/she/it suit
sta aan
we suit
sta aan
you all suit
sta aan
they suit
Past perfect tense
had aangestaan
I had suited
had aangestaan
you had suited
had aangestaan
he/she/it had suited
hadden aangestaan
we had suited
hadden aangestaan
you all had suited
hadden aangestaan
they had suited
Future perf.
zal aangestaan hebben
I will have suited
zal aangestaan hebben
you will have suited
zal aangestaan hebben
he/she/it will have suited
zullen aangestaan hebben
we will have suited
zullen aangestaan hebben
you all will have suited
zullen aangestaan hebben
they will have suited
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangestaan hebben
I would have suited
zou aangestaan hebben
you would have suited
zou aangestaan hebben
he/she/it would have suited
zouden aangestaan hebben
we would have suited
zouden aangestaan hebben
you all would have suited
zouden aangestaan hebben
they would have suited
Present bijzin tense
aansta
I suit
aanstaat
you suit
aanstaat
he/she/it suits
aanstaan
we suit
aanstaan
you all suit
aanstaan
they suit
Past bijzin tense
aanstond
I suited
aanstond
you suited
aanstond
he/she/it suited
aanstonden
we suited
aanstonden
you all suited
aanstonden
they suited
Future bijzin tense
zal aanstaan
I will suit
zult aanstaan
you will suit
zal aanstaan
he/she/it will suit
zullen aanstaan
we will suit
zullen aanstaan
you all will suit
zullen aanstaan
they will suit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanstaan
I would suit
zou aanstaan
you would suit
zou aanstaan
he/she/it would suit
zouden aanstaan
we would suit
zouden aanstaan
you all would suit
zouden aanstaan
they would suit
Subjunctive bijzin mood
aansta
I suit
aansta
you suit
aansta
he/she/it suit
aansta
we suit
aansta
you all suit
aansta
they suit
Du
Ihr
Imperative mood
sta aan
suit
staat aan
suit

Examples of aanstaan

Example in DutchTranslation in English
Dat zal zijn ijdelheid beter aanstaan.-It might better suit his vanity. -Thank you.
Dat klopt, de paus staat aan het hoofd van alles... behalve de Dominicanen, Cistercianen... Benedictanen, Jesuiten, et cetera.True, the pope is at the head of it all but the Dominicans, Cistercians Benedictines, Jesuits, et cetera.
Dat overhandigen zou in feite mezelf overhandigen zijn... wat gelijk staat aan slavernij of prostitutie. Hangt af in welke staat je je bevindt.To turn over the Iron Man suit would be to turn over myself, which is tantamount to indentured servitude or prostitution depending on what state you're in.
Als je dat niet aanstaat, dan horen wij niet bij elkaar.If this does not suit you, then we were not meant for each other.
Je mag de wet niet opnieuw schrijven als die jou niet aanstaat.You don't get to rewrite the law when it doesn't suit you.
Of je kunt hier wonen... tot je een plek gevonden hebt wat je aanstaat.Or, you could move in here until you find a place that's suitable.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanslaan
drag along

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'suit':

None found.
Learning languages?