Aanroeren (to touch) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of aanroeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
roer aan
I touch
roert aan
you touch
roert aan
he/she/it touches
roeren aan
we touch
roeren aan
you all touch
roeren aan
they touch
Present perfect tense
heb aangeroerd
I have touched
hebt aangeroerd
you have touched
heeft aangeroerd
he/she/it has touched
hebben aangeroerd
we have touched
hebben aangeroerd
you all have touched
hebben aangeroerd
they have touched
Past tense
roerde aan
I touched
roerde aan
you touched
roerde aan
he/she/it touched
roerden aan
we touched
roerden aan
you all touched
roerden aan
they touched
Future tense
zal aanroeren
I will touch
zult aanroeren
you will touch
zal aanroeren
he/she/it will touch
zullen aanroeren
we will touch
zullen aanroeren
you all will touch
zullen aanroeren
they will touch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanroeren
I would touch
zou aanroeren
you would touch
zou aanroeren
he/she/it would touch
zouden aanroeren
we would touch
zouden aanroeren
you all would touch
zouden aanroeren
they would touch
Subjunctive mood
roere aan
I touch
roere aan
you touch
roere aan
he/she/it touch
roere aan
we touch
roere aan
you all touch
roere aan
they touch
Past perfect tense
had aangeroerd
I had touched
had aangeroerd
you had touched
had aangeroerd
he/she/it had touched
hadden aangeroerd
we had touched
hadden aangeroerd
you all had touched
hadden aangeroerd
they had touched
Future perf.
zal aangeroerd hebben
I will have touched
zal aangeroerd hebben
you will have touched
zal aangeroerd hebben
he/she/it will have touched
zullen aangeroerd hebben
we will have touched
zullen aangeroerd hebben
you all will have touched
zullen aangeroerd hebben
they will have touched
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeroerd hebben
I would have touched
zou aangeroerd hebben
you would have touched
zou aangeroerd hebben
he/she/it would have touched
zouden aangeroerd hebben
we would have touched
zouden aangeroerd hebben
you all would have touched
zouden aangeroerd hebben
they would have touched
Present bijzin tense
aanroer
I touch
aanroert
you touch
aanroert
he/she/it touches
aanroeren
we touch
aanroeren
you all touch
aanroeren
they touch
Past bijzin tense
aanroerde
I touched
aanroerde
you touched
aanroerde
he/she/it touched
aanroerden
we touched
aanroerden
you all touched
aanroerden
they touched
Future bijzin tense
zal aanroeren
I will touch
zult aanroeren
you will touch
zal aanroeren
he/she/it will touch
zullen aanroeren
we will touch
zullen aanroeren
you all will touch
zullen aanroeren
they will touch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanroeren
I would touch
zou aanroeren
you would touch
zou aanroeren
he/she/it would touch
zouden aanroeren
we would touch
zouden aanroeren
you all would touch
zouden aanroeren
they would touch
Subjunctive bijzin mood
aanroere
I touch
aanroere
you touch
aanroere
he/she/it touch
aanroere
we touch
aanroere
you all touch
aanroere
they touch
Du
Ihr
Imperative mood
roer aan
touch
roert aan
touch

Examples of aanroeren

Example in DutchTranslation in English
- Luister, wat James ook heeft gedaan... het fonds kan niet worden aangeroerd. En ik en zijn broer kunnen niet... verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daden.- Furthermore... whatever James has done, the trust cannot be touched... and neither I nor his brother can or will... be held accountable for his activities.
Dat hebben we eerder aangeroerd, maar nu wil ik de vragen stellen.Yeah, we touched on that earlier... but I'd like to be the one asking questions now.
We hebben een paar wezenlijke punten aangeroerd en...We've touched on some essential points and...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aangieren
come roaring along
aanloeren
do
aanroeien
row faster
aanroepen
invoke
aanrollen
roll along
aansmeren
smear
aanvoeren
command

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'touch':

None found.
Learning languages?