Woelen (to toss) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of woelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
woel
I toss
woelt
you toss
woelt
he/she/it tosses
woelen
we toss
woelen
you all toss
woelen
they toss
Present perfect tense
heb gewoeld
I have tossed
hebt gewoeld
you have tossed
heeft gewoeld
he/she/it has tossed
hebben gewoeld
we have tossed
hebben gewoeld
you all have tossed
hebben gewoeld
they have tossed
Past tense
woelde
I tossed
woelde
you tossed
woelde
he/she/it tossed
woelden
we tossed
woelden
you all tossed
woelden
they tossed
Future tense
zal woelen
I will toss
zult woelen
you will toss
zal woelen
he/she/it will toss
zullen woelen
we will toss
zullen woelen
you all will toss
zullen woelen
they will toss
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou woelen
I would toss
zou woelen
you would toss
zou woelen
he/she/it would toss
zouden woelen
we would toss
zouden woelen
you all would toss
zouden woelen
they would toss
Subjunctive mood
woele
I toss
woele
you toss
woele
he/she/it toss
woele
we toss
woele
you all toss
woele
they toss
Past perfect tense
had gewoeld
I had tossed
had gewoeld
you had tossed
had gewoeld
he/she/it had tossed
hadden gewoeld
we had tossed
hadden gewoeld
you all had tossed
hadden gewoeld
they had tossed
Future perf.
zal gewoeld hebben
I will have tossed
zal gewoeld hebben
you will have tossed
zal gewoeld hebben
he/she/it will have tossed
zullen gewoeld hebben
we will have tossed
zullen gewoeld hebben
you all will have tossed
zullen gewoeld hebben
they will have tossed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewoeld hebben
I would have tossed
zou gewoeld hebben
you would have tossed
zou gewoeld hebben
he/she/it would have tossed
zouden gewoeld hebben
we would have tossed
zouden gewoeld hebben
you all would have tossed
zouden gewoeld hebben
they would have tossed
Du
Ihr
Imperative mood
woel
toss
woelt
toss

Examples of woelen

Example in DutchTranslation in English
- Hij lag wel de hele nacht te woelen.-well, he tossed and turned all night.
- Je hebt vannacht liggen woelen omdat je wist dat je dingen had gezegd die je maar beter recht kon zetten.You tossed and turned in bed last night because you knew the things you said concerned me. - Now you're trying to fix it.
- Je was een beetje aan het woelen.You tossed and turned a bit.
- Ze ligt meer te woelen.More like tossing and turning.
Als ik het reguliere spul drink, moet ik woelen en draaien gedurende de hele conversatie van mijn broer.If I drink the regular stuff, it'll keep me tossing and turning through my brother's conversation.
Ik draai en woel vreselijk.I toss and turn like crazy.
Ik lijd aan slapeloosheid, dus ik woel als een gek... en ik kan niet met iemand in één bed slapen.I have chronic insomnia, so I just, I toss and I turn like a crazy person, and I can't sleep in the same bed with another person.
Ik woel en draai ook de hele nacht.Yeah, I toss and turn all night, too.
Ik heb liever dat je naast mij woelt dan op de bank.I'd rather you tossed next to me than on the couch.
Ik hoop dat hij niet woelt in z'n slaap.[Explosion In Distance] [Blake] I hope this guy doesn't toss in his sleep.
Jamie woelt als een Tasmaanse duivel.Jamie tosses around like a Tasmanian devil.
- Nee, alleen maar gewoeld en gedraaid.No. Just tossed and turned.
Zij woelde.She tossed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

adelen
ennoble
doelen
do
ezelen
do
hielen
do
joelen
bawl
kielen
chick
koelen
refrigerate
kwelen
warble
pielen
fiddle
spelen
play
stelen
steal
voelen
feel
wallen
do
wellen
soak
wielen
do

Similar but longer

afwoelen
do
wortelen
flounder

Random

welgaan
be well
welken
do
wiemelen
do
willigen
accede
winkelen
shop
woekeren
rage
wokken
do
zabberen
salivate
zandstralen
sandblast
zanten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'toss':

None found.
Learning languages?