Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Wallen (to do) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wal
walt
walt
wallen
wallen
wallen
Present perfect tense
heb gewald
hebt gewald
heeft gewald
hebben gewald
hebben gewald
hebben gewald
Past tense
walde
walde
walde
walden
walden
walden
Future tense
zal wallen
zult wallen
zal wallen
zullen wallen
zullen wallen
zullen wallen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wallen
zou wallen
zou wallen
zouden wallen
zouden wallen
zouden wallen
Subjunctive mood
walle
walle
walle
walle
walle
walle
Past perfect tense
had gewald
had gewald
had gewald
hadden gewald
hadden gewald
hadden gewald
Future perf.
zal gewald hebben
zal gewald hebben
zal gewald hebben
zullen gewald hebben
zullen gewald hebben
zullen gewald hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewald hebben
zou gewald hebben
zou gewald hebben
zouden gewald hebben
zouden gewald hebben
zouden gewald hebben
Du
Ihr
Imperative mood
wal
walt

Examples of wallen

Example in DutchTranslation in English
Als ik iemand zou willen aannemen... zou ik iemand willen zien met wallen onder z'n ogen en een kegel.l don't know, if l were in a hiring position l'd wanna see someone with bags under their eyes, reeking of booze.
Als ik niet snel ga slapen, krijg ik nog wallen onder m'n wallen.Look at me. If l don't get some sleep soon, l'm gonna get bags under my bags.
Als je ongerust ben over die wallen onder je ogen, waarom probeer je dan geen andere camouflagestift.If you're worried about those bags under your eyes, why don't you try just a different concealer.
Anders ziet je kind je met wallen onder je ogen.You don't want your baby seeing you with bags under your eyes.
Dan zakken haar wallen in één keer weg in die dubbele kin.All those bags would just drop right into that double chin. Plop!
- Genoeg te doen op wal ?Plenty to do ashore?
- Het raakt kant noch wal.- It doesn't make much sense.
- Toch ga je niet aan wal.But you do not join the others ashore.
- Wat deed hij aan wal?- What was he doing ashore?
-Kom aan wal.Move out on the dock.
Hoe maakt u het? Noem mij maar walt.- How you doing?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ballen
balls
bellen
ring
billen
do
bollen
do
dollen
do
gallen
do
gillen
scream
gullen
do
hellen
slant
hollen
run
hullen
shroud
jollen
do
kallen
rave
killen
shiver
kollen
do

Similar but longer

bewallen
do
omwallen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.