Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omspoelen (to rinse) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of omspoelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spoel om
I rinse
spoelt om
you rinse
spoelt om
he/she/it rinses
spoelen om
we rinse
spoelen om
you all rinse
spoelen om
they rinse
Present perfect tense
heb omgespoeld
I have rinsed
hebt omgespoeld
you have rinsed
heeft omgespoeld
he/she/it has rinsed
hebben omgespoeld
we have rinsed
hebben omgespoeld
you all have rinsed
hebben omgespoeld
they have rinsed
Past tense
spoelde om
I rinsed
spoelde om
you rinsed
spoelde om
he/she/it rinsed
spoelden om
we rinsed
spoelden om
you all rinsed
spoelden om
they rinsed
Future tense
zal omspoelen
I will rinse
zult omspoelen
you will rinse
zal omspoelen
he/she/it will rinse
zullen omspoelen
we will rinse
zullen omspoelen
you all will rinse
zullen omspoelen
they will rinse
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omspoelen
I would rinse
zou omspoelen
you would rinse
zou omspoelen
he/she/it would rinse
zouden omspoelen
we would rinse
zouden omspoelen
you all would rinse
zouden omspoelen
they would rinse
Subjunctive mood
spoele om
I rinse
spoele om
you rinse
spoele om
he/she/it rinse
spoele om
we rinse
spoele om
you all rinse
spoele om
they rinse
Past perfect tense
had omgespoeld
I had rinsed
had omgespoeld
you had rinsed
had omgespoeld
he/she/it had rinsed
hadden omgespoeld
we had rinsed
hadden omgespoeld
you all had rinsed
hadden omgespoeld
they had rinsed
Future perf.
zal omgespoeld hebben
I will have rinsed
zal omgespoeld hebben
you will have rinsed
zal omgespoeld hebben
he/she/it will have rinsed
zullen omgespoeld hebben
we will have rinsed
zullen omgespoeld hebben
you all will have rinsed
zullen omgespoeld hebben
they will have rinsed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgespoeld hebben
I would have rinsed
zou omgespoeld hebben
you would have rinsed
zou omgespoeld hebben
he/she/it would have rinsed
zouden omgespoeld hebben
we would have rinsed
zouden omgespoeld hebben
you all would have rinsed
zouden omgespoeld hebben
they would have rinsed
Present bijzin tense
omspoel
I rinse
omspoelt
you rinse
omspoelt
he/she/it rinses
omspoelen
we rinse
omspoelen
you all rinse
omspoelen
they rinse
Past bijzin tense
omspoelde
I rinsed
omspoelde
you rinsed
omspoelde
he/she/it rinsed
omspoelden
we rinsed
omspoelden
you all rinsed
omspoelden
they rinsed
Future bijzin tense
zal omspoelen
I will rinse
zult omspoelen
you will rinse
zal omspoelen
he/she/it will rinse
zullen omspoelen
we will rinse
zullen omspoelen
you all will rinse
zullen omspoelen
they will rinse
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omspoelen
I would rinse
zou omspoelen
you would rinse
zou omspoelen
he/she/it would rinse
zouden omspoelen
we would rinse
zouden omspoelen
you all would rinse
zouden omspoelen
they would rinse
Subjunctive bijzin mood
omspoele
I rinse
omspoele
you rinse
omspoele
he/she/it rinse
omspoele
we rinse
omspoele
you all rinse
omspoele
they rinse
Du
Ihr
Imperative mood
spoel om
rinse
spoelt
rinse

Examples of omspoelen

Example in DutchTranslation in English
-Ja. Wilt u alstublieft uw flessen omspoelen voor u ze weggooit?Would you please rinse your soda bottles out before discarding them into the recycling bins?
Pot leeggieten en omspoelen.Empty pot, rinse out...
Nu gaat Mimi zichzelf een kop koffie inschenken... en hier zitten, ver van jou af. En ze belooft dat ze na de koffie... zelf haar kopje omspoelt en vertrekt.Now Mimi is going to pour herself a cup of coffee and sit over here way far away from you, and she promises, just as soon as she's done, she will rinse out her own cup and leave.
- Je spoelt vis altijd eerst in vers zeewater.You always rinse fish in sea salt first.
Hij spoelt niet eens z'n borden af.The--the man doesn't even rinse his dishes.
Hij spoelt zelfs de tandpasta uit de wasbak.Goes the extra mile and rinses down his toothpaste clumps in the sink.
Je spoelt ze uit met water en industrieel schoonmaakmiddel, en dat verhit je om de vloeistof eruit te krijgen.You rinse it in a mix of water and industrial cleaner, then you heat it up to burn off the liquid.
Je stopt 't hierin, spoelt 't uit en je begint opnieuw.put it in here and rinse it off and start all over again.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afspoelen
rinse
bespoelen
wash
naspoelen
rinse
omspellen
do
opspoelen
reel

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rinse':

None found.