Omtollen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of omtollen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tol om
I do
tolt om
you do
tolt om
he/she/it does
tollen om
we do
tollen om
you all do
tollen om
they do
Present perfect tense
heb omgetold
I have done
hebt omgetold
you have done
heeft omgetold
he/she/it has done
hebben omgetold
we have done
hebben omgetold
you all have done
hebben omgetold
they have done
Past tense
tolde om
I did
tolde om
you did
tolde om
he/she/it did
tolden om
we did
tolden om
you all did
tolden om
they did
Future tense
zal omtollen
I will do
zult omtollen
you will do
zal omtollen
he/she/it will do
zullen omtollen
we will do
zullen omtollen
you all will do
zullen omtollen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omtollen
I would do
zou omtollen
you would do
zou omtollen
he/she/it would do
zouden omtollen
we would do
zouden omtollen
you all would do
zouden omtollen
they would do
Subjunctive mood
tolle om
I do
tolle om
you do
tolle om
he/she/it do
tolle om
we do
tolle om
you all do
tolle om
they do
Past perfect tense
had omgetold
I had done
had omgetold
you had done
had omgetold
he/she/it had done
hadden omgetold
we had done
hadden omgetold
you all had done
hadden omgetold
they had done
Future perf.
zal omgetold hebben
I will have done
zal omgetold hebben
you will have done
zal omgetold hebben
he/she/it will have done
zullen omgetold hebben
we will have done
zullen omgetold hebben
you all will have done
zullen omgetold hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgetold hebben
I would have done
zou omgetold hebben
you would have done
zou omgetold hebben
he/she/it would have done
zouden omgetold hebben
we would have done
zouden omgetold hebben
you all would have done
zouden omgetold hebben
they would have done
Present bijzin tense
omtol
I do
omtolt
you do
omtolt
he/she/it does
omtollen
we do
omtollen
you all do
omtollen
they do
Past bijzin tense
omtolde
I did
omtolde
you did
omtolde
he/she/it did
omtolden
we did
omtolden
you all did
omtolden
they did
Future bijzin tense
zal omtollen
I will do
zult omtollen
you will do
zal omtollen
he/she/it will do
zullen omtollen
we will do
zullen omtollen
you all will do
zullen omtollen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omtollen
I would do
zou omtollen
you would do
zou omtollen
he/she/it would do
zouden omtollen
we would do
zouden omtollen
you all would do
zouden omtollen
they would do
Subjunctive bijzin mood
omtolle
I do
omtolle
you do
omtolle
he/she/it do
omtolle
we do
omtolle
you all do
omtolle
they do
Du
Ihr
Imperative mood
tol om
do
tolt
do

Examples of omtollen

Example in DutchTranslation in English
Als je me vertelt dat dit blok gereserveerd is voor luxe-appartementen of een nieuw medisch centrum, dan koop ik het zo snel dat je hoofd ervan tolt.If you tell me this block is going to be zoned for high-rise luxury condos or a new hospital center, I'll buy it up so fast it'll make your head spin.
Je hoofd tolt en je voelt je vast niet veilig.That can't be. I'm sure your head is spinning and that you don't feel completely safe right now.
Mr Smith, als u niet met ons meewerkt, gaat u de gevangenis in en uit op zoveel aanklachten dat u hoofd ervan tolt.Mr Smith, if you do not cooperate with us, I'll have you in and out of Causton nick on so many charges your head will spin.
Natuurlijk, hij tolt waarschijnlijk rond in de stratosfeer... omdat hij geen meisje heeft dat hem aan de grond houdt.Of course, he's probably tailspinning into the stratosphere Because he doesn't have his go-to girl to keep him grounded.
Ons ruimteschip reist nu mee met de EPOXI-missie van NASA... naar Hartley 2... een snel draaiende komeet die door de ruimte tolt als 'n hyperactieve pinda.Our spaceship now shadows NASA's EPOXl mission as it encounters Hartley 2, a fast-spinning comet that tumbles through space like a hyperactive cosmic peanut.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

omhullen
embower
omrollen
roll
omvallen
fall over
omwallen
do
opbollen
compete
oprollen
curl up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

oehoeën
do
omreizen
travel about
omspinnen
do
omstrengelen
entwine
omsuizen
do
omtoveren
do
omwalmen
do
omwenden
turn back
omwisselen
change places
omwroeten
rout

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?