Afsnauwen (to snub) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of afsnauwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snauw af
I snub
snauwt af
you snub
snauwt af
he/she/it snubs
snauwen af
we snub
snauwen af
you all snub
snauwen af
they snub
Present perfect tense
heb afgesnauwd
I have snubbed
hebt afgesnauwd
you have snubbed
heeft afgesnauwd
he/she/it has snubbed
hebben afgesnauwd
we have snubbed
hebben afgesnauwd
you all have snubbed
hebben afgesnauwd
they have snubbed
Past tense
snauwde af
I snubbed
snauwde af
you snubbed
snauwde af
he/she/it snubbed
snauwden af
we snubbed
snauwden af
you all snubbed
snauwden af
they snubbed
Future tense
zal afsnauwen
I will snub
zult afsnauwen
you will snub
zal afsnauwen
he/she/it will snub
zullen afsnauwen
we will snub
zullen afsnauwen
you all will snub
zullen afsnauwen
they will snub
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afsnauwen
I would snub
zou afsnauwen
you would snub
zou afsnauwen
he/she/it would snub
zouden afsnauwen
we would snub
zouden afsnauwen
you all would snub
zouden afsnauwen
they would snub
Subjunctive mood
snauwe af
I snub
snauwe af
you snub
snauwe af
he/she/it snub
snauwe af
we snub
snauwe af
you all snub
snauwe af
they snub
Past perfect tense
had afgesnauwd
I had snubbed
had afgesnauwd
you had snubbed
had afgesnauwd
he/she/it had snubbed
hadden afgesnauwd
we had snubbed
hadden afgesnauwd
you all had snubbed
hadden afgesnauwd
they had snubbed
Future perf.
zal afgesnauwd hebben
I will have snubbed
zal afgesnauwd hebben
you will have snubbed
zal afgesnauwd hebben
he/she/it will have snubbed
zullen afgesnauwd hebben
we will have snubbed
zullen afgesnauwd hebben
you all will have snubbed
zullen afgesnauwd hebben
they will have snubbed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgesnauwd hebben
I would have snubbed
zou afgesnauwd hebben
you would have snubbed
zou afgesnauwd hebben
he/she/it would have snubbed
zouden afgesnauwd hebben
we would have snubbed
zouden afgesnauwd hebben
you all would have snubbed
zouden afgesnauwd hebben
they would have snubbed
Present bijzin tense
afsnauw
I snub
afsnauwt
you snub
afsnauwt
he/she/it snubs
afsnauwen
we snub
afsnauwen
you all snub
afsnauwen
they snub
Past bijzin tense
afsnauwde
I snubbed
afsnauwde
you snubbed
afsnauwde
he/she/it snubbed
afsnauwden
we snubbed
afsnauwden
you all snubbed
afsnauwden
they snubbed
Future bijzin tense
zal afsnauwen
I will snub
zult afsnauwen
you will snub
zal afsnauwen
he/she/it will snub
zullen afsnauwen
we will snub
zullen afsnauwen
you all will snub
zullen afsnauwen
they will snub
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afsnauwen
I would snub
zou afsnauwen
you would snub
zou afsnauwen
he/she/it would snub
zouden afsnauwen
we would snub
zouden afsnauwen
you all would snub
zouden afsnauwen
they would snub
Subjunctive bijzin mood
afsnauwe
I snub
afsnauwe
you snub
afsnauwe
he/she/it snub
afsnauwe
we snub
afsnauwe
you all snub
afsnauwe
they snub
Du
Ihr
Imperative mood
snauw af
snub
snauwt af
snub

Examples of afsnauwen

Example in DutchTranslation in English
En ik laat je haar niet afsnauwen.And I'll not let you snub her.
Sociaal afsnauwen kan een motief worden.Social snub could become motive.
Zal je me niet afsnauwen ?You won't snub me?
- Ik word afgesnauwd.- Hey, I'm being snubbed!
En ik weet niet waarom, maar ik had liever zijn vriendelijke uitnodiging afgesnauwd... om met hem naar Mumbai te gaan.And I don't know why, but I rather snubbed his kind invitation... to go with him to Mumbai.
Ik bedoel, Richard heeft me helemaal afgesnauwd.I mean, Richard completely snubbed me.
Ik ben nog nooit zo afgesnauwd bij een bruiloft van Selma.I have never been so snubbed at one of Selma's weddings.
Ik zal naar het feest van je ouders komen, maar het Awards seizoen vind ik niks meer sinds zij "Iron Man" afgesnauwd hebben.I'll come to your parents' party, but I checked out of awards season when they snubbed "Iron Man."
Een vrouw zegt dat ik haar afsnauwde in een restaurant.A woman says I snubbed her in a restaurant.
Zag je hoe Howard keek toen je hem afsnauwde?Did you see Howard's face when you snubbed him? - Mm-hm.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afgrauwen
do
afknauwen
do
afsjouwen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'snub':

None found.
Learning languages?