Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afstomen (to steam) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of afstomen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoom af
I steam
stoomt af
you steam
stoomt af
he/she/it steams
stomen af
we steam
stomen af
you all steam
stomen af
they steam
Present perfect tense
heb afgestoomd
I have steamed
hebt afgestoomd
you have steamed
heeft afgestoomd
he/she/it has steamed
hebben afgestoomd
we have steamed
hebben afgestoomd
you all have steamed
hebben afgestoomd
they have steamed
Past tense
stoomde af
I steamed
stoomde af
you steamed
stoomde af
he/she/it steamed
stoomden af
we steamed
stoomden af
you all steamed
stoomden af
they steamed
Future tense
zal afstomen
I will steam
zult afstomen
you will steam
zal afstomen
he/she/it will steam
zullen afstomen
we will steam
zullen afstomen
you all will steam
zullen afstomen
they will steam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afstomen
I would steam
zou afstomen
you would steam
zou afstomen
he/she/it would steam
zouden afstomen
we would steam
zouden afstomen
you all would steam
zouden afstomen
they would steam
Subjunctive mood
stome af
I steam
stome af
you steam
stome af
he/she/it steam
stome af
we steam
stome af
you all steam
stome af
they steam
Past perfect tense
had afgestoomd
I had steamed
had afgestoomd
you had steamed
had afgestoomd
he/she/it had steamed
hadden afgestoomd
we had steamed
hadden afgestoomd
you all had steamed
hadden afgestoomd
they had steamed
Future perf.
zal afgestoomd hebben
I will have steamed
zal afgestoomd hebben
you will have steamed
zal afgestoomd hebben
he/she/it will have steamed
zullen afgestoomd hebben
we will have steamed
zullen afgestoomd hebben
you all will have steamed
zullen afgestoomd hebben
they will have steamed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgestoomd hebben
I would have steamed
zou afgestoomd hebben
you would have steamed
zou afgestoomd hebben
he/she/it would have steamed
zouden afgestoomd hebben
we would have steamed
zouden afgestoomd hebben
you all would have steamed
zouden afgestoomd hebben
they would have steamed
Present bijzin tense
afstoom
I steam
afstoomt
you steam
afstoomt
he/she/it steams
afstomen
we steam
afstomen
you all steam
afstomen
they steam
Past bijzin tense
afstoomde
I steamed
afstoomde
you steamed
afstoomde
he/she/it steamed
afstoomden
we steamed
afstoomden
you all steamed
afstoomden
they steamed
Future bijzin tense
zal afstomen
I will steam
zult afstomen
you will steam
zal afstomen
he/she/it will steam
zullen afstomen
we will steam
zullen afstomen
you all will steam
zullen afstomen
they will steam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afstomen
I would steam
zou afstomen
you would steam
zou afstomen
he/she/it would steam
zouden afstomen
we would steam
zouden afstomen
you all would steam
zouden afstomen
they would steam
Subjunctive bijzin mood
afstome
I steam
afstome
you steam
afstome
he/she/it steam
afstome
we steam
afstome
you all steam
afstome
they steam
Du
Ihr
Imperative mood
stoom af
steam
stoomt af
steam

Examples of afstomen

Example in DutchTranslation in English
Ik heb het behang laten afstomen.I've had the wallpaper steamed off.
- Hij blaast gewoon wat stoom af.Sarge is just blowing off a little steam is all.
- Hij blies alleen stoom af.He was just letting off steam.
- Juist. Het is normaal voor mannen om wat stoom af te blazen voor hun huwelijk, toch?It's normal for men to blow off some steam before their wedding, right?
- Nee, zo blaas ik stoom af.- It's not. It's just a way to blow off steam.
- Vroeger niet. Maar nu zijn het soldaten die stoom af willen blazen.Yeah, they never used to be, but now that firm's mainly made up of nutty squaddies who need to let off some steam.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'steam':

None found.