Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Roppen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rop
ropt
ropt
roppen
roppen
roppen
Present perfect tense
heb geropt
hebt geropt
heeft geropt
hebben geropt
hebben geropt
hebben geropt
Past tense
ropte
ropte
ropte
ropten
ropten
ropten
Future tense
zal roppen
zult roppen
zal roppen
zullen roppen
zullen roppen
zullen roppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou roppen
zou roppen
zou roppen
zouden roppen
zouden roppen
zouden roppen
Subjunctive mood
roppe
roppe
roppe
roppe
roppe
roppe
Past perfect tense
had geropt
had geropt
had geropt
hadden geropt
hadden geropt
hadden geropt
Future perf.
zal geropt hebben
zal geropt hebben
zal geropt hebben
zullen geropt hebben
zullen geropt hebben
zullen geropt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geropt hebben
zou geropt hebben
zou geropt hebben
zouden geropt hebben
zouden geropt hebben
zouden geropt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
rop
ropt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

deppen
dab
dippen
dip
doppen
pod
feppen
do
foppen
sparkle
gappen
filch
happen
go on the blink
hippen
do
hoppen
do
huppen
do
kappen
do
kippen
do
koppen
couple
lappen
patch
leppen
sip

Similar but longer

droppen
drip
kroppen
loaf
proppen
do
stroppen
do

Random

roezen
do
rondscharrelen
potter about
rondzeilen
sail around
rondzenden
broadcast
röntgenen
do
roosteren
grill
roskammen
curry
ruften
fart
ruwen
roughen
sabbelen
suck

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.