Kippen (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of kippen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kip
I do
kipt
you do
kipt
he/she/it does
kippen
we do
kippen
you all do
kippen
they do
Present perfect tense
heb gekipt
I have done
hebt gekipt
you have done
heeft gekipt
he/she/it has done
hebben gekipt
we have done
hebben gekipt
you all have done
hebben gekipt
they have done
Past tense
kipte
I did
kipte
you did
kipte
he/she/it did
kipten
we did
kipten
you all did
kipten
they did
Future tense
zal kippen
I will do
zult kippen
you will do
zal kippen
he/she/it will do
zullen kippen
we will do
zullen kippen
you all will do
zullen kippen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kippen
I would do
zou kippen
you would do
zou kippen
he/she/it would do
zouden kippen
we would do
zouden kippen
you all would do
zouden kippen
they would do
Subjunctive mood
kippe
I do
kippe
you do
kippe
he/she/it do
kippe
we do
kippe
you all do
kippe
they do
Past perfect tense
had gekipt
I had done
had gekipt
you had done
had gekipt
he/she/it had done
hadden gekipt
we had done
hadden gekipt
you all had done
hadden gekipt
they had done
Future perf.
zal gekipt hebben
I will have done
zal gekipt hebben
you will have done
zal gekipt hebben
he/she/it will have done
zullen gekipt hebben
we will have done
zullen gekipt hebben
you all will have done
zullen gekipt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekipt hebben
I would have done
zou gekipt hebben
you would have done
zou gekipt hebben
he/she/it would have done
zouden gekipt hebben
we would have done
zouden gekipt hebben
you all would have done
zouden gekipt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
kip
do
kipt
do

Examples of kippen

Example in DutchTranslation in English
"Als 14 kippen 30 dagen lang 1 ei per dag leggen, wat kosten 12 eieren dan ?""lf 14 hens lay an egg a day for 30 days how much are the eggs a dozen, and how many have you to sell? "
'Kook een bokje niet in de melk van z'n moeder.' Maar kippen geven geen melk.Chicken's meat. It says in the Bible you don't see the kid in its mother's milk, but chicken's don't give milk.
'Wat heeft dat met kippen te maken? ' vraagt hij."What's that got to do with chicken farming?" He asks.
- De kippen vinden het niet erg.We're too late. Well the chickens don't seem to really mind.
- En kippen, honden, van alles.He had chickens, dogs, God knows what else, but there are people there, too.
"Ik weet niet hoe je kip klaarmaakt.""I don't know how to make chicken."
"Wat deed die kip daar ?""What did that chicken in there do?"
$ 70 tegen kip.Over 70 bucks down against kip.
'Het kussen wappert in de wind' en 'drie dagen tot de kip' zeggen me ook niks.(Jacob) Yeah, well, neither does "the wind blows on the pillow" or "three days to the chicken".
- Ach, jij... Jij zou ze kip te eten geven en donzen dekens om onder te slapen.Left alone, you'd be giving them chicken three times a day and tucking them to sleep with eiderdown quilts.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

deppen
dab
dippen
dip
doppen
pod
feppen
do
foppen
sparkle
gappen
filch
happen
go on the blink
hippen
do
hoppen
do
huppen
do
kampen
do
kappen
do
keepen
do
kicken
kick
kieken
chick

Similar but longer

knippen
cut
omkippen
tip over

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?