Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overplanten (to transplant) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
plant over
plant over
plant over
planten over
planten over
planten over
Present perfect tense
heb overgeplant
hebt overgeplant
heeft overgeplant
hebben overgeplant
hebben overgeplant
hebben overgeplant
Past tense
plantte over
plantte over
plantte over
plantten over
plantten over
plantten over
Future tense
zal overplanten
zult overplanten
zal overplanten
zullen overplanten
zullen overplanten
zullen overplanten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overplanten
zou overplanten
zou overplanten
zouden overplanten
zouden overplanten
zouden overplanten
Subjunctive mood
plante over
plante over
plante over
plante over
plante over
plante over
Past perfect tense
had overgeplant
had overgeplant
had overgeplant
hadden overgeplant
hadden overgeplant
hadden overgeplant
Future perf.
zal overgeplant hebben
zal overgeplant hebben
zal overgeplant hebben
zullen overgeplant hebben
zullen overgeplant hebben
zullen overgeplant hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgeplant hebben
zou overgeplant hebben
zou overgeplant hebben
zouden overgeplant hebben
zouden overgeplant hebben
zouden overgeplant hebben
Present bijzin tense
overplant
overplant
overplant
overplanten
overplanten
overplanten
Past bijzin tense
overplantte
overplantte
overplantte
overplantten
overplantten
overplantten
Future bijzin tense
zal overplanten
zult overplanten
zal overplanten
zullen overplanten
zullen overplanten
zullen overplanten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overplanten
zou overplanten
zou overplanten
zouden overplanten
zouden overplanten
zouden overplanten
Subjunctive bijzin mood
overplante
overplante
overplante
overplante
overplante
overplante
Du
Ihr
Imperative mood
plant over
plant

Examples of overplanten

Example in DutchTranslation in English
Alle buren van de Songs zijn gekomen om te helpen bij het overplanten.All the Song's neighbors have turned out(¾Û¼¯) to help with the transplanting
We kunnen het daar bouwen en dan overplanten.-We could somehow transplant it.
Maar het direct planten ervan was meestal geen succes. Daarom kweekt Mbije's team jong koraal in deze beschermde omgeving. Als het sterk genoeg is wordt het overgeplant.But direct transplantation has had little success, so Omega and his team are growing young coral in this protected environment till it's strong enough to survive being transplanted.
Een afgesneden stukje plant groeide uit tot een exacte duplicaat van de donor.A cutting taken from a plant and transplanted grew to be the exact duplicate of the donor plant.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opzwellen
inflate
ornamenteren
ornament honor
outilleren
do
overheersen
dominate
overlijden
die
overmaken
make over
overnaaien
do
overplaatsen
transfer
overpompen
pump
overschaduwen
overshadow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'transplant':

None found.