Outilleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of outilleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
outilleer
I do
outilleert
you do
outilleert
he/she/it does
outilleren
we do
outilleren
you all do
outilleren
they do
Present perfect tense
heb geoutilleerd
I have done
hebt geoutilleerd
you have done
heeft geoutilleerd
he/she/it has done
hebben geoutilleerd
we have done
hebben geoutilleerd
you all have done
hebben geoutilleerd
they have done
Past tense
outilleerde
I did
outilleerde
you did
outilleerde
he/she/it did
outilleerden
we did
outilleerden
you all did
outilleerden
they did
Future tense
zal outilleren
I will do
zult outilleren
you will do
zal outilleren
he/she/it will do
zullen outilleren
we will do
zullen outilleren
you all will do
zullen outilleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou outilleren
I would do
zou outilleren
you would do
zou outilleren
he/she/it would do
zouden outilleren
we would do
zouden outilleren
you all would do
zouden outilleren
they would do
Subjunctive mood
outillere
I do
outillere
you do
outillere
he/she/it do
outillere
we do
outillere
you all do
outillere
they do
Past perfect tense
had geoutilleerd
I had done
had geoutilleerd
you had done
had geoutilleerd
he/she/it had done
hadden geoutilleerd
we had done
hadden geoutilleerd
you all had done
hadden geoutilleerd
they had done
Future perf.
zal geoutilleerd hebben
I will have done
zal geoutilleerd hebben
you will have done
zal geoutilleerd hebben
he/she/it will have done
zullen geoutilleerd hebben
we will have done
zullen geoutilleerd hebben
you all will have done
zullen geoutilleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geoutilleerd hebben
I would have done
zou geoutilleerd hebben
you would have done
zou geoutilleerd hebben
he/she/it would have done
zouden geoutilleerd hebben
we would have done
zouden geoutilleerd hebben
you all would have done
zouden geoutilleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
outilleer
do
outilleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

oscilleren
oscillate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opsnoepen
consume valuable family
opvegen
sweep
opvragen
request
opwandelen
do
opwellen
well up
otteren
do
ouwehoeren
do
overeenstemmen
match
overgroeien
overgrow
overhalen
persuade

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?