Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Faseren (to phase) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of faseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
faseer
I phase
faseert
you phase
faseert
he/she/it phases
faseren
we phase
faseren
you all phase
faseren
they phase
Present perfect tense
heb gefaseerd
I have phased
hebt gefaseerd
you have phased
heeft gefaseerd
he/she/it has phased
hebben gefaseerd
we have phased
hebben gefaseerd
you all have phased
hebben gefaseerd
they have phased
Past tense
faseerde
I phased
faseerde
you phased
faseerde
he/she/it phased
faseerden
we phased
faseerden
you all phased
faseerden
they phased
Future tense
zal faseren
I will phase
zult faseren
you will phase
zal faseren
he/she/it will phase
zullen faseren
we will phase
zullen faseren
you all will phase
zullen faseren
they will phase
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou faseren
I would phase
zou faseren
you would phase
zou faseren
he/she/it would phase
zouden faseren
we would phase
zouden faseren
you all would phase
zouden faseren
they would phase
Subjunctive mood
fasere
I phase
fasere
you phase
fasere
he/she/it phase
fasere
we phase
fasere
you all phase
fasere
they phase
Past perfect tense
had gefaseerd
I had phased
had gefaseerd
you had phased
had gefaseerd
he/she/it had phased
hadden gefaseerd
we had phased
hadden gefaseerd
you all had phased
hadden gefaseerd
they had phased
Future perf.
zal gefaseerd hebben
I will have phased
zal gefaseerd hebben
you will have phased
zal gefaseerd hebben
he/she/it will have phased
zullen gefaseerd hebben
we will have phased
zullen gefaseerd hebben
you all will have phased
zullen gefaseerd hebben
they will have phased
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefaseerd hebben
I would have phased
zou gefaseerd hebben
you would have phased
zou gefaseerd hebben
he/she/it would have phased
zouden gefaseerd hebben
we would have phased
zouden gefaseerd hebben
you all would have phased
zouden gefaseerd hebben
they would have phased
Du
Ihr
Imperative mood
faseer
phase
faseert
phase

Examples of faseren

Example in DutchTranslation in English
Energie laten faseren.Phase. Moving energy out of phase.
Ik kan er doorheen maar als ik er maar ook een nanoseconde vanaf zit, zullen de motoren faseren en verbrijzel ik de planeet.I could push through, but if I'm out by a nanosecond, the engines will phase and I'll shatter the planet.
Je hebt ongeveer 12 seconden voordat de kamer gaat faseren met de inkomende Matrix.You'll have about 12 seconds before the room goes into phase with the invading Matrix.
We maken de paar gevallen die we nog hebben af,... en faseren daarna het hele programma uit.We'll finish the few surrogacy cases we have, and then we'll phase the program out entirely.
Ze moeten de schilden laten zakken wanneer ik dicht genoeg in de buurt ben om naar binnen te faseren.They'll have to lower the shields when I'm close enough to phase inside.
Als ik door je nek faseer, ben je dood.I phase through your neck, I kill you. - We want the damn money!
Het faseert hun zodat het hun energie kan opzuigen.It takes them out of phase so it can drain their energy.
De politie is gefaseerd ingezet.Because the cops are in a phased... deployment.
Een gefaseerd schip zou zich overal kunnen verstoppen en onkwetsbaar zijn.In theory, a phased ship could hide anywhere, even inside a planet. Conventional weapons would be useless.
Mevr President, het commandocentrum meldt... dat een gefaseerd radarsysteem actief is binnen het Starkwood complex.Madam President, command and control is reporting that a phased array radar system is active inside the Starkwood compound.
Nu over hoe het geld erin gefaseerd wordt.Now, let's talk about the way the money's gonna get phased in.
Haar broer, Seth, faseerde ook.Her brother, Seth, also phased.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

baseren
base
doseren
dose
fêteren
do
fileren
fillet
fineren
finance
fixeren
affix
fuseren
act
laseren
laser
poseren
pose
raseren
do
viseren
do

Similar but longer

fraseren
frank

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'phase':

None found.