Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Viseren (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
viseer
viseert
viseert
viseren
viseren
viseren
Present perfect tense
heb geviseerd
hebt geviseerd
heeft geviseerd
hebben geviseerd
hebben geviseerd
hebben geviseerd
Past tense
viseerde
viseerde
viseerde
viseerden
viseerden
viseerden
Future tense
zal viseren
zult viseren
zal viseren
zullen viseren
zullen viseren
zullen viseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou viseren
zou viseren
zou viseren
zouden viseren
zouden viseren
zouden viseren
Subjunctive mood
visere
visere
visere
visere
visere
visere
Past perfect tense
had geviseerd
had geviseerd
had geviseerd
hadden geviseerd
hadden geviseerd
hadden geviseerd
Future perf.
zal geviseerd hebben
zal geviseerd hebben
zal geviseerd hebben
zullen geviseerd hebben
zullen geviseerd hebben
zullen geviseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geviseerd hebben
zou geviseerd hebben
zou geviseerd hebben
zouden geviseerd hebben
zouden geviseerd hebben
zouden geviseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
viseer
viseert

Examples of viseren

Example in DutchTranslation in English
Als ze de ambassadeur viseren moet hij iets hebben dat ze willen.If they're targeting the ambassador, he must have something they want.
Dus, hoe kunnen we onmiddellijk Ashley's gewijzigd bloed viseren?So, how do we instantly affect the viability of Ashley's altered blood?
- Je viseert me sinds ik hier binnenkwam.You've been eyeballing me since I walked through that door.
Wat zegt u tegen hen die beweren dat SB 1070 alleen Amerikanen viseert op basis van huidskleur en nationaliteit?What do you say to those who argue that SB 1070 is just targeting Americans on the basis of skin color and nationality alone?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

baseren
base
doseren
dose
faseren
phase
fuseren
act
laseren
laser
poseren
pose
raseren
do
vaceren
do
vaderen
father and
vereren
do
veteren
do
vexeren
do
vigeren
do
vloeren
floor
vomeren
suck up

Similar but longer

adviseren
advise
reviseren
overhaul
visiteren
inspect

Random

vervatten
incorporate
verwaaien
blow away
verwijderen
remove
verzwikken
sprain
vesten
do
vindiceren
do
vinken
do
visiteren
inspect
vochten
do
voeteren
go on foot

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.