Bewerkstelligen (to accomplish) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of bewerkstelligen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bewerkstellig
I accomplish
bewerkstelligt
you accomplish
bewerkstelligt
he/she/it accomplishes
bewerkstelligen
we accomplish
bewerkstelligen
you all accomplish
bewerkstelligen
they accomplish
Present perfect tense
heb bewerkstelligd
I have accomplished
hebt bewerkstelligd
you have accomplished
heeft bewerkstelligd
he/she/it has accomplished
hebben bewerkstelligd
we have accomplished
hebben bewerkstelligd
you all have accomplished
hebben bewerkstelligd
they have accomplished
Past tense
bewerkstelligde
I accomplished
bewerkstelligde
you accomplished
bewerkstelligde
he/she/it accomplished
bewerkstelligden
we accomplished
bewerkstelligden
you all accomplished
bewerkstelligden
they accomplished
Future tense
zal bewerkstelligen
I will accomplish
zult bewerkstelligen
you will accomplish
zal bewerkstelligen
he/she/it will accomplish
zullen bewerkstelligen
we will accomplish
zullen bewerkstelligen
you all will accomplish
zullen bewerkstelligen
they will accomplish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bewerkstelligen
I would accomplish
zou bewerkstelligen
you would accomplish
zou bewerkstelligen
he/she/it would accomplish
zouden bewerkstelligen
we would accomplish
zouden bewerkstelligen
you all would accomplish
zouden bewerkstelligen
they would accomplish
Subjunctive mood
bewerkstellige
I accomplish
bewerkstellige
you accomplish
bewerkstellige
he/she/it accomplish
bewerkstellige
we accomplish
bewerkstellige
you all accomplish
bewerkstellige
they accomplish
Past perfect tense
had bewerkstelligd
I had accomplished
had bewerkstelligd
you had accomplished
had bewerkstelligd
he/she/it had accomplished
hadden bewerkstelligd
we had accomplished
hadden bewerkstelligd
you all had accomplished
hadden bewerkstelligd
they had accomplished
Future perf.
zal bewerkstelligd hebben
I will have accomplished
zal bewerkstelligd hebben
you will have accomplished
zal bewerkstelligd hebben
he/she/it will have accomplished
zullen bewerkstelligd hebben
we will have accomplished
zullen bewerkstelligd hebben
you all will have accomplished
zullen bewerkstelligd hebben
they will have accomplished
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bewerkstelligd hebben
I would have accomplished
zou bewerkstelligd hebben
you would have accomplished
zou bewerkstelligd hebben
he/she/it would have accomplished
zouden bewerkstelligd hebben
we would have accomplished
zouden bewerkstelligd hebben
you all would have accomplished
zouden bewerkstelligd hebben
they would have accomplished
Du
Ihr
Imperative mood
bewerkstellig
accomplish
bewerkstelligt
accomplish

Examples of bewerkstelligen

Example in DutchTranslation in English
Alsof een collectie schilderijen kan bewerkstelligen wat ons niet gelukt is.As if, in some magical way our long line of paintings will accomplish what we cannot
Dat het me niet lukt iets te bewerkstelligen?That I'm unable to accomplish anything here?
Dat zou niets bewerkstelligen.That would accomplish nothing.
De essentie van de wet van de rol van rechter, is om te bewerkstelligen wat eerlijk is. Vindt u dit eerlijk?The essence of law, the role of a judge... is to accomplish fairness.
Een eenvoudige wet kan hetzelfde bewerkstelligen.I wouldn't need her to do anything. A simple act would accomplish the same thing.
Maar hoe bewerkstellig je, dat de patiënt langzamer sterft?But how could that be accomplished, the patient dying more slowly?
Dus wat bewerkstelligt het laten afgaan van het alarm?Right. So tripping the alarm accomplished what?
Deze revolutionaire nieuwe procedure werd bewerkstelligd door het verwijderen van een ader uit het been van de patient, waarna het genaaid werd op de geblokkeerde kransslagader van het hart, om het bloed om,oftewel bypass, de blokkade te laten stromen.This revolutionary new procedure was accomplished by removing a vein from the patient's leg, then stitching it on the heart's blocked coronary artery to allow the blood to flow around, or bypass, the blockage.
Die eerste twee hebben ze bewerkstelligd, Chavez is niet gelukt.The first 2 they have accomplished, Chavez they didn't accomplish. And he said: "You are going to see guys going into caves looking for..
Goed, hoe is de vooruitgang voor het milieu op Ventax 2 bewerkstelligd?Well, then, let's move on to the environmental gains on Ventax II. How were they accomplished?
Je bewerkstelligde gisteren een zeer grote deal, Mevr. Noakes.You accomplished a very great deal yesterday, Mrs Noakes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

besprengen
sprinkle
beuren
lever
bevallen
please
bevangen
do
bevrijden
liberate
bewerken
work
bewieroken
accomplish
bezuipen
do
bezwijmen
swoon
biechten
pray

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'accomplish':

None found.
Learning languages?