Attenderen (to alert) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of attenderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
attendeer
I alert
attendeert
you alert
attendeert
he/she/it alerts
attenderen
we alert
attenderen
you all alert
attenderen
they alert
Present perfect tense
heb geattendeerd
I have alerted
hebt geattendeerd
you have alerted
heeft geattendeerd
he/she/it has alerted
hebben geattendeerd
we have alerted
hebben geattendeerd
you all have alerted
hebben geattendeerd
they have alerted
Past tense
attendeerde
I alerted
attendeerde
you alerted
attendeerde
he/she/it alerted
attendeerden
we alerted
attendeerden
you all alerted
attendeerden
they alerted
Future tense
zal attenderen
I will alert
zult attenderen
you will alert
zal attenderen
he/she/it will alert
zullen attenderen
we will alert
zullen attenderen
you all will alert
zullen attenderen
they will alert
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou attenderen
I would alert
zou attenderen
you would alert
zou attenderen
he/she/it would alert
zouden attenderen
we would alert
zouden attenderen
you all would alert
zouden attenderen
they would alert
Subjunctive mood
attendere
I alert
attendere
you alert
attendere
he/she/it alert
attendere
we alert
attendere
you all alert
attendere
they alert
Past perfect tense
had geattendeerd
I had alerted
had geattendeerd
you had alerted
had geattendeerd
he/she/it had alerted
hadden geattendeerd
we had alerted
hadden geattendeerd
you all had alerted
hadden geattendeerd
they had alerted
Future perf.
zal geattendeerd hebben
I will have alerted
zal geattendeerd hebben
you will have alerted
zal geattendeerd hebben
he/she/it will have alerted
zullen geattendeerd hebben
we will have alerted
zullen geattendeerd hebben
you all will have alerted
zullen geattendeerd hebben
they will have alerted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geattendeerd hebben
I would have alerted
zou geattendeerd hebben
you would have alerted
zou geattendeerd hebben
he/she/it would have alerted
zouden geattendeerd hebben
we would have alerted
zouden geattendeerd hebben
you all would have alerted
zouden geattendeerd hebben
they would have alerted
Du
Ihr
Imperative mood
attendeer
alert
attendeert
alert

Examples of attenderen

Example in DutchTranslation in English
Dat zal de Ori schepen op onze aanwezigheid attenderen.That will alert the Ori ships to our presence.
Ik wilde de autobezitter attenderen.I just wanted to alert the owner of the car.
We gaan ze attenderen op de gevaren om beroofd te worden.We've got to alert people to the p-perils of being robbed.
Weet U dat het activeren van het Asgard Centrum, elk Ori schip op onze aanwezigheid zal attenderen?Look, you know that activating the Asgard core will alert any Ori vessel to our presence.
- Het was ons niet opgevallen... als John ons niet geattendeerd had op de recente afwijkingen, bij de andere bloedbanken.We wouldn't have noticed if John not alerted us To recent discrepancies At other hospital blood banks in the county.
Bovendien attendeerde je Berenson op ons onderzoek... door z'n kluis op te blazen.I have also told them you have needlessly alerted Berenson to our investigations by recklessly blowing up his safe!
Hij attendeerde een verdachte op een huiszoeking.He alerted a suspect that a police search was about to happen.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

attesteren
attest
extenderen
extend them
intenderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aftanden
do
aggregeren
do
agioteren
speculate
apparenteren
do
arrangeren
arrange
atten
gulp down
attesteren
attest
avaleren
guarantee
balloteren
balloon
baltsen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'alert':

None found.
Learning languages?