Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Intenderen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of intenderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
intendeer
I do
intendeert
you do
intendeert
he/she/it does
intenderen
we do
intenderen
you all do
intenderen
they do
Present perfect tense
heb geïntendeerd
I have done
hebt geïntendeerd
you have done
heeft geïntendeerd
he/she/it has done
hebben geïntendeerd
we have done
hebben geïntendeerd
you all have done
hebben geïntendeerd
they have done
Past tense
intendeerde
I did
intendeerde
you did
intendeerde
he/she/it did
intendeerden
we did
intendeerden
you all did
intendeerden
they did
Future tense
zal intenderen
I will do
zult intenderen
you will do
zal intenderen
he/she/it will do
zullen intenderen
we will do
zullen intenderen
you all will do
zullen intenderen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou intenderen
I would do
zou intenderen
you would do
zou intenderen
he/she/it would do
zouden intenderen
we would do
zouden intenderen
you all would do
zouden intenderen
they would do
Subjunctive mood
intendere
I do
intendere
you do
intendere
he/she/it do
intendere
we do
intendere
you all do
intendere
they do
Past perfect tense
had geïntendeerd
I had done
had geïntendeerd
you had done
had geïntendeerd
he/she/it had done
hadden geïntendeerd
we had done
hadden geïntendeerd
you all had done
hadden geïntendeerd
they had done
Future perf.
zal geïntendeerd hebben
I will have done
zal geïntendeerd hebben
you will have done
zal geïntendeerd hebben
he/she/it will have done
zullen geïntendeerd hebben
we will have done
zullen geïntendeerd hebben
you all will have done
zullen geïntendeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïntendeerd hebben
I would have done
zou geïntendeerd hebben
you would have done
zou geïntendeerd hebben
he/she/it would have done
zouden geïntendeerd hebben
we would have done
zouden geïntendeerd hebben
you all would have done
zouden geïntendeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
intendeer
do
intendeert
do

Examples of intenderen

Example in DutchTranslation in English
Sorry, ik wilde niets intenderen... ik bedoel als... hij hier niet is, waar gaat hij dan de hele dag heen?I'm sorry,I didn't apply anything,I just... what I mean,What if... he's not here, where does he go all day?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

attenderen
alert
extenderen
extend them
indonderen
do
integreren
integrate
interneren
intern

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inpalmen
pack up
inramen
do
insluipen
slip in
inspitten
do
instappen
get in
intellectualiseren
intellectualize
intensifiëren
intensify
interneren
intern
internetdaten
internet dating
intuinen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.