Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Arrangeren (to arrange) conjugation

Dutch
19 examples

Conjugation of arrangeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
arrangeer
I arrange
arrangeert
you arrange
arrangeert
he/she/it arranges
arrangeren
we arrange
arrangeren
you all arrange
arrangeren
they arrange
Present perfect tense
heb gearrangeerd
I have arranged
hebt gearrangeerd
you have arranged
heeft gearrangeerd
he/she/it has arranged
hebben gearrangeerd
we have arranged
hebben gearrangeerd
you all have arranged
hebben gearrangeerd
they have arranged
Past tense
arrangeerde
I arranged
arrangeerde
you arranged
arrangeerde
he/she/it arranged
arrangeerden
we arranged
arrangeerden
you all arranged
arrangeerden
they arranged
Future tense
zal arrangeren
I will arrange
zult arrangeren
you will arrange
zal arrangeren
he/she/it will arrange
zullen arrangeren
we will arrange
zullen arrangeren
you all will arrange
zullen arrangeren
they will arrange
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou arrangeren
I would arrange
zou arrangeren
you would arrange
zou arrangeren
he/she/it would arrange
zouden arrangeren
we would arrange
zouden arrangeren
you all would arrange
zouden arrangeren
they would arrange
Subjunctive mood
arrangere
I arrange
arrangere
you arrange
arrangere
he/she/it arrange
arrangere
we arrange
arrangere
you all arrange
arrangere
they arrange
Past perfect tense
had gearrangeerd
I had arranged
had gearrangeerd
you had arranged
had gearrangeerd
he/she/it had arranged
hadden gearrangeerd
we had arranged
hadden gearrangeerd
you all had arranged
hadden gearrangeerd
they had arranged
Future perf.
zal gearrangeerd hebben
I will have arranged
zal gearrangeerd hebben
you will have arranged
zal gearrangeerd hebben
he/she/it will have arranged
zullen gearrangeerd hebben
we will have arranged
zullen gearrangeerd hebben
you all will have arranged
zullen gearrangeerd hebben
they will have arranged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gearrangeerd hebben
I would have arranged
zou gearrangeerd hebben
you would have arranged
zou gearrangeerd hebben
he/she/it would have arranged
zouden gearrangeerd hebben
we would have arranged
zouden gearrangeerd hebben
you all would have arranged
zouden gearrangeerd hebben
they would have arranged
Du
Ihr
Imperative mood
arrangeer
arrange
arrangeert
arrange

Examples of arrangeren

Example in DutchTranslation in English
- Je weet goed genoeg... dat Griffin naar hier zal komen en het allemaal gaat arrangeren zodat hij lijkt op Generaal Patton en de oorlog wint op één been.- And you know damn well... that Griffin is gonna come charging out here and arrange everything... so he looks like General Patton winning the war single-handed.
Als ik hen 'n boodschap kan sturen, kan ik wellicht 'n ontmoeting arrangeren.If I can get a message to them, I may be able to arrange a rendezvous at these coordinates.
Dan zal het in ons voordeel zijn, zijn dood te arrangeren.Then it will benefit us to arrange his death.
Dat zal ik met genoegen arrangeren.I would be very happy to arrange it for you.
Hebben jullie geprobeerd het zodanig te arrangeren dat jij en je man de voogdij over jullie kleindochter zouden krijgen?Had you tried to arrange it so that you and your husband Would retain custody of your granddaughter?
Als je wilt dat ik iets voor je arrangeer, hoor ik het wel.If there's... Any time you want me to do an arrangement for you, just let me know.
Ik arrangeer een briefing als we klaar zijn, maar het zal niet mooi zijn.I'll arrange a briefing when we're ready, but it's not going to be pretty.
Nu arrangeert Mr Britten de Purcell melodie voor de snaarfamilie.Now, Mr. Britten arranges the Purcell theme for the string family.
- Een gearrangeerd huwelijk dus.So it was an arranged marriage? A rational marriage.
- Ik werd vrijaf gegeven van het werk van vanmiddag door Diane, en ik dacht dat jij degene was die het had gearrangeerd. Nee, nooit.I was excused from work for the afternoon by Diane, and I thought you were the one who arranged it.
- Niet eenzamer dan een gearrangeerd huwelijk.No lonelier than an arranged marriage.
-Een gearrangeerd huwelijk?- But an arranged marriage?
Alles is gearrangeerd door Høeg.Everything was arranged by Martin Høeg.
Dus jij arrangeerde een ontmoeting met Hagan in zijn auto want jij wilde niet langer meer belazerd worden.So you arranged to meet Hagan in his car, but you weren't gonna be jerked around anymore.
Hij had een ontmoeting met Carrie Mathison in het hotel waarna hij generaal Latif belde... en met hem een lunch arrangeerde, denk ik.He met with Carrie Mathison at the hotel, after which he placed a call to General Latif and arranged lunch- - I think.
Hij is de man die het transport arrangeerde.He's the guy who arranged all the transport.
Je wurgde haar met haar eigen sjaal zodat het lijkt alsof het toeval was, vervolgens de moord scène arrangeerde zodat het lijkt alsof ze een inbreker stoorde.You strangled her with her own scarf to make it look like a random killing, then arranged the murder scene to make it look like she disturbed a burglar.
Serge nodigde me uit te spelen op een culturele uitwisselingstournee, die hij arrangeerde.Serge invited me to play on a cultural exchange tour he arranged.
We arrangeerden een vergadering tussen hun hoge raad samen met u... en de senator.We've arranged a meeting between their high council and you and the Senator.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

derangeren
depute

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'arrange':

None found.