Balloteren (to balloon) conjugation

Dutch

Conjugation of balloteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
balloteer
I balloon
balloteert
you balloon
balloteert
he/she/it balloons
balloteren
we balloon
balloteren
you all balloon
balloteren
they balloon
Present perfect tense
heb geballoteerd
I have ballooned
hebt geballoteerd
you have ballooned
heeft geballoteerd
he/she/it has ballooned
hebben geballoteerd
we have ballooned
hebben geballoteerd
you all have ballooned
hebben geballoteerd
they have ballooned
Past tense
balloteerde
I ballooned
balloteerde
you ballooned
balloteerde
he/she/it ballooned
balloteerden
we ballooned
balloteerden
you all ballooned
balloteerden
they ballooned
Future tense
zal balloteren
I will balloon
zult balloteren
you will balloon
zal balloteren
he/she/it will balloon
zullen balloteren
we will balloon
zullen balloteren
you all will balloon
zullen balloteren
they will balloon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou balloteren
I would balloon
zou balloteren
you would balloon
zou balloteren
he/she/it would balloon
zouden balloteren
we would balloon
zouden balloteren
you all would balloon
zouden balloteren
they would balloon
Subjunctive mood
ballotere
I balloon
ballotere
you balloon
ballotere
he/she/it balloon
ballotere
we balloon
ballotere
you all balloon
ballotere
they balloon
Past perfect tense
had geballoteerd
I had ballooned
had geballoteerd
you had ballooned
had geballoteerd
he/she/it had ballooned
hadden geballoteerd
we had ballooned
hadden geballoteerd
you all had ballooned
hadden geballoteerd
they had ballooned
Future perf.
zal geballoteerd hebben
I will have ballooned
zal geballoteerd hebben
you will have ballooned
zal geballoteerd hebben
he/she/it will have ballooned
zullen geballoteerd hebben
we will have ballooned
zullen geballoteerd hebben
you all will have ballooned
zullen geballoteerd hebben
they will have ballooned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geballoteerd hebben
I would have ballooned
zou geballoteerd hebben
you would have ballooned
zou geballoteerd hebben
he/she/it would have ballooned
zouden geballoteerd hebben
we would have ballooned
zouden geballoteerd hebben
you all would have ballooned
zouden geballoteerd hebben
they would have ballooned
Du
Ihr
Imperative mood
balloteer
balloon
balloteert
balloon

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

deballoteren
blackball

Random

afzeilen
sail around
akkeren
do
autodaten
do
badmintonnen
do
bagatelliseren
play down
ballonvaren
balloon
balsemen
embalm
banen
work way through
barreren
do
bebloemen
flour on

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'balloon':

None found.
Learning languages?