Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afschrobben (to scrub) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of afschrobben

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrob af
I scrub
schrobt af
you scrub
schrobt af
he/she/it scrubs
schrobben af
we scrub
schrobben af
you all scrub
schrobben af
they scrub
Present perfect tense
heb afgeschrobd
I have scrubbed
hebt afgeschrobd
you have scrubbed
heeft afgeschrobd
he/she/it has scrubbed
hebben afgeschrobd
we have scrubbed
hebben afgeschrobd
you all have scrubbed
hebben afgeschrobd
they have scrubbed
Past tense
schrobde af
I scrubbed
schrobde af
you scrubbed
schrobde af
he/she/it scrubbed
schrobden af
we scrubbed
schrobden af
you all scrubbed
schrobden af
they scrubbed
Future tense
zal afschrobben
I will scrub
zult afschrobben
you will scrub
zal afschrobben
he/she/it will scrub
zullen afschrobben
we will scrub
zullen afschrobben
you all will scrub
zullen afschrobben
they will scrub
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afschrobben
I would scrub
zou afschrobben
you would scrub
zou afschrobben
he/she/it would scrub
zouden afschrobben
we would scrub
zouden afschrobben
you all would scrub
zouden afschrobben
they would scrub
Subjunctive mood
schrobbe af
I scrub
schrobbe af
you scrub
schrobbe af
he/she/it scrub
schrobbe af
we scrub
schrobbe af
you all scrub
schrobbe af
they scrub
Past perfect tense
had afgeschrobd
I had scrubbed
had afgeschrobd
you had scrubbed
had afgeschrobd
he/she/it had scrubbed
hadden afgeschrobd
we had scrubbed
hadden afgeschrobd
you all had scrubbed
hadden afgeschrobd
they had scrubbed
Future perf.
zal afgeschrobd hebben
I will have scrubbed
zal afgeschrobd hebben
you will have scrubbed
zal afgeschrobd hebben
he/she/it will have scrubbed
zullen afgeschrobd hebben
we will have scrubbed
zullen afgeschrobd hebben
you all will have scrubbed
zullen afgeschrobd hebben
they will have scrubbed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeschrobd hebben
I would have scrubbed
zou afgeschrobd hebben
you would have scrubbed
zou afgeschrobd hebben
he/she/it would have scrubbed
zouden afgeschrobd hebben
we would have scrubbed
zouden afgeschrobd hebben
you all would have scrubbed
zouden afgeschrobd hebben
they would have scrubbed
Present bijzin tense
afschrob
I scrub
afschrobt
you scrub
afschrobt
he/she/it scrubs
afschrobben
we scrub
afschrobben
you all scrub
afschrobben
they scrub
Past bijzin tense
afschrobde
I scrubbed
afschrobde
you scrubbed
afschrobde
he/she/it scrubbed
afschrobden
we scrubbed
afschrobden
you all scrubbed
afschrobden
they scrubbed
Future bijzin tense
zal afschrobben
I will scrub
zult afschrobben
you will scrub
zal afschrobben
he/she/it will scrub
zullen afschrobben
we will scrub
zullen afschrobben
you all will scrub
zullen afschrobben
they will scrub
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afschrobben
I would scrub
zou afschrobben
you would scrub
zou afschrobben
he/she/it would scrub
zouden afschrobben
we would scrub
zouden afschrobben
you all would scrub
zouden afschrobben
they would scrub
Subjunctive bijzin mood
afschrobbe
I scrub
afschrobbe
you scrub
afschrobbe
he/she/it scrub
afschrobbe
we scrub
afschrobbe
you all scrub
afschrobbe
they scrub
Du
Ihr
Imperative mood
schrob af
scrub
schrobt af
scrub

Examples of afschrobben

Example in DutchTranslation in English
- Wie zal mijn rug afschrobben?- Who's going to scrub my back?
Bloed kun je er niet afschrobben.Stone's porous. You can't scrub blood out of it.
Ga afschrobben en vind haar.Go scrub out and find her.
Gaan we haar afschrobben, vader?We gonna scrub her down, pop?
Het kan een ID van een diamant afschrobben.It can scrub an ID clean off any diamond. Re-virginized.
Schiet op en maak het schrobben af.All right. Well, hurry up and finish scrubbing in.
die fractuur in 5 heb ik naar de O.K. gestuurd en er staan twee eenzame flessen lidocaine op het afschrob-aanrecht waarom weet ik niet, interesseert me niet.I sent the tib-fib in 5 to the O.R. And there are two lonely bottles of Lidocaine sitting in the scrub sink. Don't know why.
Gek toch dat jij je tegenwoordig zo graag afschrobt.It's crazy how teens today love to scrub.
Daar zal hij op z'n minst een uur onder staan, zijn drugs schaamte van zijn perfecte lichaam afschrobbend.Where he will be for the next hour, scrubbing the drug shame off of his frictionless body.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschrabben
do
afschroeien
singe
afschroeven
unscrew

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scrub':

None found.