Afschrapen (to scrap) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of afschrapen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schraap af
I scrap
schraapt af
you scrap
schraapt af
he/she/it scraps
schrapen af
we scrap
schrapen af
you all scrap
schrapen af
they scrap
Present perfect tense
heb afgeschraapt
I have scrapped
hebt afgeschraapt
you have scrapped
heeft afgeschraapt
he/she/it has scrapped
hebben afgeschraapt
we have scrapped
hebben afgeschraapt
you all have scrapped
hebben afgeschraapt
they have scrapped
Past tense
schraapte af
I scrapped
schraapte af
you scrapped
schraapte af
he/she/it scrapped
schraapten af
we scrapped
schraapten af
you all scrapped
schraapten af
they scrapped
Future tense
zal afschrapen
I will scrap
zult afschrapen
you will scrap
zal afschrapen
he/she/it will scrap
zullen afschrapen
we will scrap
zullen afschrapen
you all will scrap
zullen afschrapen
they will scrap
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afschrapen
I would scrap
zou afschrapen
you would scrap
zou afschrapen
he/she/it would scrap
zouden afschrapen
we would scrap
zouden afschrapen
you all would scrap
zouden afschrapen
they would scrap
Subjunctive mood
schrape af
I scrap
schrape af
you scrap
schrape af
he/she/it scrap
schrape af
we scrap
schrape af
you all scrap
schrape af
they scrap
Past perfect tense
had afgeschraapt
I had scrapped
had afgeschraapt
you had scrapped
had afgeschraapt
he/she/it had scrapped
hadden afgeschraapt
we had scrapped
hadden afgeschraapt
you all had scrapped
hadden afgeschraapt
they had scrapped
Future perf.
zal afgeschraapt hebben
I will have scrapped
zal afgeschraapt hebben
you will have scrapped
zal afgeschraapt hebben
he/she/it will have scrapped
zullen afgeschraapt hebben
we will have scrapped
zullen afgeschraapt hebben
you all will have scrapped
zullen afgeschraapt hebben
they will have scrapped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeschraapt hebben
I would have scrapped
zou afgeschraapt hebben
you would have scrapped
zou afgeschraapt hebben
he/she/it would have scrapped
zouden afgeschraapt hebben
we would have scrapped
zouden afgeschraapt hebben
you all would have scrapped
zouden afgeschraapt hebben
they would have scrapped
Present bijzin tense
afschraap
I scrap
afschraapt
you scrap
afschraapt
he/she/it scraps
afschrapen
we scrap
afschrapen
you all scrap
afschrapen
they scrap
Past bijzin tense
afschraapte
I scrapped
afschraapte
you scrapped
afschraapte
he/she/it scrapped
afschraapten
we scrapped
afschraapten
you all scrapped
afschraapten
they scrapped
Future bijzin tense
zal afschrapen
I will scrap
zult afschrapen
you will scrap
zal afschrapen
he/she/it will scrap
zullen afschrapen
we will scrap
zullen afschrapen
you all will scrap
zullen afschrapen
they will scrap
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afschrapen
I would scrap
zou afschrapen
you would scrap
zou afschrapen
he/she/it would scrap
zouden afschrapen
we would scrap
zouden afschrapen
you all would scrap
zouden afschrapen
they would scrap
Subjunctive bijzin mood
afschrape
I scrap
afschrape
you scrap
afschrape
he/she/it scrap
afschrape
we scrap
afschrape
you all scrap
afschrape
they scrap
Du
Ihr
Imperative mood
schraap af
scrap
schraapt af
scrap

Examples of afschrapen

Example in DutchTranslation in English
Als ik dit laat vallen, dan kun je je vrienden van de muur afschrapen.If I drop this, you'll be scraping your friends off the walls.
Als ze daar een kogel op schieten, kunnen ze ons van het plafond afschrapen.A bullet hits one of these, they're gonna be scraping us off the ceiling. Fine. Fine.
Alsjeblieft. Eerst schoonwassen en dan afschrapen.Wash it off first then scrape the skin off.
Dat afschrapen wordt steeds meer gevraagd, Rudy.Well, the scraping-off business is picking up, Rudy.
En de kok moet de schimmel nog van de cheddarkaas afschrapen.And I forgot to scrape the mould off the cheddar this morning, so remind Chef. Right.
We schrapen af en toe onze schilden. Dat houdt 't interessant.So we scrape shields occasionally.
Als je 't zwart afschraapt, zit er toast onder.Um, if you scrape the black off of it, it's toast under it.
Alsof er een mes in je buik zit dat je langzaam afschraapt.It's like a blade in your belly that has gradually scraped you raw.
Toen je me vanmiddag zag keek je naar me als iets wat je van je laarzen afschraapt.This afternoon when you saw me, you looked at me like I was something you scraped off your boot.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschampen
glance
afscheppen
do
afschoppen
do
afschreien
do

Similar but longer

afschrappen
scrape down

Random

afroffelen
rush
afrokken
do
afronden
round up
afschaffen
put down
afschetsen
adumbrate
afschrabben
do
afschrappen
scrape down
afslaan
turn down
afsleuren
do
afsluipen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scrap':

None found.
Learning languages?