Afschroeien (to singe) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of afschroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schroei af
I singe
schroeit af
you singe
schroeit af
he/she/it singes
schroeien af
we singe
schroeien af
you all singe
schroeien af
they singe
Present perfect tense
heb afgeschroeid
I have singed
hebt afgeschroeid
you have singed
heeft afgeschroeid
he/she/it has singed
hebben afgeschroeid
we have singed
hebben afgeschroeid
you all have singed
hebben afgeschroeid
they have singed
Past tense
schroeide af
I singed
schroeide af
you singed
schroeide af
he/she/it singed
schroeiden af
we singed
schroeiden af
you all singed
schroeiden af
they singed
Future tense
zal afschroeien
I will singe
zult afschroeien
you will singe
zal afschroeien
he/she/it will singe
zullen afschroeien
we will singe
zullen afschroeien
you all will singe
zullen afschroeien
they will singe
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afschroeien
I would singe
zou afschroeien
you would singe
zou afschroeien
he/she/it would singe
zouden afschroeien
we would singe
zouden afschroeien
you all would singe
zouden afschroeien
they would singe
Subjunctive mood
schroeie af
I singe
schroeie af
you singe
schroeie af
he/she/it singe
schroeie af
we singe
schroeie af
you all singe
schroeie af
they singe
Past perfect tense
had afgeschroeid
I had singed
had afgeschroeid
you had singed
had afgeschroeid
he/she/it had singed
hadden afgeschroeid
we had singed
hadden afgeschroeid
you all had singed
hadden afgeschroeid
they had singed
Future perf.
zal afgeschroeid hebben
I will have singed
zal afgeschroeid hebben
you will have singed
zal afgeschroeid hebben
he/she/it will have singed
zullen afgeschroeid hebben
we will have singed
zullen afgeschroeid hebben
you all will have singed
zullen afgeschroeid hebben
they will have singed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeschroeid hebben
I would have singed
zou afgeschroeid hebben
you would have singed
zou afgeschroeid hebben
he/she/it would have singed
zouden afgeschroeid hebben
we would have singed
zouden afgeschroeid hebben
you all would have singed
zouden afgeschroeid hebben
they would have singed
Present bijzin tense
afschroei
I singe
afschroeit
you singe
afschroeit
he/she/it singes
afschroeien
we singe
afschroeien
you all singe
afschroeien
they singe
Past bijzin tense
afschroeide
I singed
afschroeide
you singed
afschroeide
he/she/it singed
afschroeiden
we singed
afschroeiden
you all singed
afschroeiden
they singed
Future bijzin tense
zal afschroeien
I will singe
zult afschroeien
you will singe
zal afschroeien
he/she/it will singe
zullen afschroeien
we will singe
zullen afschroeien
you all will singe
zullen afschroeien
they will singe
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afschroeien
I would singe
zou afschroeien
you would singe
zou afschroeien
he/she/it would singe
zouden afschroeien
we would singe
zouden afschroeien
you all would singe
zouden afschroeien
they would singe
Subjunctive bijzin mood
afschroeie
I singe
afschroeie
you singe
afschroeie
he/she/it singe
afschroeie
we singe
afschroeie
you all singe
afschroeie
they singe
Du
Ihr
Imperative mood
schroei af
singe
schroeit af
singe

Examples of afschroeien

Example in DutchTranslation in English
Je hebt beide wenkbrauwen afgeschroeid.You singed off both of your eyebrows.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschrobben
scrub
afschroeven
unscrew

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'singe':

None found.
Learning languages?