Afschminken (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of afschminken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schmink af
I do
schminkt af
you do
schminkt af
he/she/it does
schminken af
we do
schminken af
you all do
schminken af
they do
Present perfect tense
heb afgeschminkt
I have done
hebt afgeschminkt
you have done
heeft afgeschminkt
he/she/it has done
hebben afgeschminkt
we have done
hebben afgeschminkt
you all have done
hebben afgeschminkt
they have done
Past tense
schminkte af
I did
schminkte af
you did
schminkte af
he/she/it did
schminkten af
we did
schminkten af
you all did
schminkten af
they did
Future tense
zal afschminken
I will do
zult afschminken
you will do
zal afschminken
he/she/it will do
zullen afschminken
we will do
zullen afschminken
you all will do
zullen afschminken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afschminken
I would do
zou afschminken
you would do
zou afschminken
he/she/it would do
zouden afschminken
we would do
zouden afschminken
you all would do
zouden afschminken
they would do
Subjunctive mood
schminke af
I do
schminke af
you do
schminke af
he/she/it do
schminke af
we do
schminke af
you all do
schminke af
they do
Past perfect tense
had afgeschminkt
I had done
had afgeschminkt
you had done
had afgeschminkt
he/she/it had done
hadden afgeschminkt
we had done
hadden afgeschminkt
you all had done
hadden afgeschminkt
they had done
Future perf.
zal afgeschminkt hebben
I will have done
zal afgeschminkt hebben
you will have done
zal afgeschminkt hebben
he/she/it will have done
zullen afgeschminkt hebben
we will have done
zullen afgeschminkt hebben
you all will have done
zullen afgeschminkt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeschminkt hebben
I would have done
zou afgeschminkt hebben
you would have done
zou afgeschminkt hebben
he/she/it would have done
zouden afgeschminkt hebben
we would have done
zouden afgeschminkt hebben
you all would have done
zouden afgeschminkt hebben
they would have done
Present bijzin tense
afschmink
I do
afschminkt
you do
afschminkt
he/she/it does
afschminken
we do
afschminken
you all do
afschminken
they do
Past bijzin tense
afschminkte
I did
afschminkte
you did
afschminkte
he/she/it did
afschminkten
we did
afschminkten
you all did
afschminkten
they did
Future bijzin tense
zal afschminken
I will do
zult afschminken
you will do
zal afschminken
he/she/it will do
zullen afschminken
we will do
zullen afschminken
you all will do
zullen afschminken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afschminken
I would do
zou afschminken
you would do
zou afschminken
he/she/it would do
zouden afschminken
we would do
zouden afschminken
you all would do
zouden afschminken
they would do
Subjunctive bijzin mood
afschminke
I do
afschminke
you do
afschminke
he/she/it do
afschminke
we do
afschminke
you all do
afschminke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schmink af
do
schminkt af
do

Examples of afschminken

Example in DutchTranslation in English
Ik help je wel met afschminken en dan gaan we naar een echte kroeg.No, it's-it's not. So, why don't I take you to the little witch's room, wash off your face, and we can go to a real bar?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afdruppelen
do
afristen
stalk
afruien
do
afschansen
do
afschilderen
depict
afschitteren
do
afschoffelen
do
afschrappen
scrape down
afslingeren
do
afslippen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?