Aanstippen (to mention) conjugation

Dutch

Conjugation of aanstippen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stip aan
I mention
stipt aan
you mention
stipt aan
he/she/it mentions
stippen aan
we mention
stippen aan
you all mention
stippen aan
they mention
Present perfect tense
heb aangestipt
I have mentioned
hebt aangestipt
you have mentioned
heeft aangestipt
he/she/it has mentioned
hebben aangestipt
we have mentioned
hebben aangestipt
you all have mentioned
hebben aangestipt
they have mentioned
Past tense
stipte aan
I mentioned
stipte aan
you mentioned
stipte aan
he/she/it mentioned
stipten aan
we mentioned
stipten aan
you all mentioned
stipten aan
they mentioned
Future tense
zal aanstippen
I will mention
zult aanstippen
you will mention
zal aanstippen
he/she/it will mention
zullen aanstippen
we will mention
zullen aanstippen
you all will mention
zullen aanstippen
they will mention
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanstippen
I would mention
zou aanstippen
you would mention
zou aanstippen
he/she/it would mention
zouden aanstippen
we would mention
zouden aanstippen
you all would mention
zouden aanstippen
they would mention
Subjunctive mood
stippe aan
I mention
stippe aan
you mention
stippe aan
he/she/it mention
stippe aan
we mention
stippe aan
you all mention
stippe aan
they mention
Past perfect tense
had aangestipt
I had mentioned
had aangestipt
you had mentioned
had aangestipt
he/she/it had mentioned
hadden aangestipt
we had mentioned
hadden aangestipt
you all had mentioned
hadden aangestipt
they had mentioned
Future perf.
zal aangestipt hebben
I will have mentioned
zal aangestipt hebben
you will have mentioned
zal aangestipt hebben
he/she/it will have mentioned
zullen aangestipt hebben
we will have mentioned
zullen aangestipt hebben
you all will have mentioned
zullen aangestipt hebben
they will have mentioned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangestipt hebben
I would have mentioned
zou aangestipt hebben
you would have mentioned
zou aangestipt hebben
he/she/it would have mentioned
zouden aangestipt hebben
we would have mentioned
zouden aangestipt hebben
you all would have mentioned
zouden aangestipt hebben
they would have mentioned
Present bijzin tense
aanstip
I mention
aanstipt
you mention
aanstipt
he/she/it mentions
aanstippen
we mention
aanstippen
you all mention
aanstippen
they mention
Past bijzin tense
aanstipte
I mentioned
aanstipte
you mentioned
aanstipte
he/she/it mentioned
aanstipten
we mentioned
aanstipten
you all mentioned
aanstipten
they mentioned
Future bijzin tense
zal aanstippen
I will mention
zult aanstippen
you will mention
zal aanstippen
he/she/it will mention
zullen aanstippen
we will mention
zullen aanstippen
you all will mention
zullen aanstippen
they will mention
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanstippen
I would mention
zou aanstippen
you would mention
zou aanstippen
he/she/it would mention
zouden aanstippen
we would mention
zouden aanstippen
you all would mention
zouden aanstippen
they would mention
Subjunctive bijzin mood
aanstippe
I mention
aanstippe
you mention
aanstippe
he/she/it mention
aanstippe
we mention
aanstippe
you all mention
aanstippe
they mention
Du
Ihr
Imperative mood
stip aan
mention
stipt aan
mention

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanknippen
flip a switch
aanstampen
tamp down
aanstappen
step out
aanstijven
do
aanstikken
do
aanstoppen
and pointing
aanstrepen
tally

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanpreken
do
aanrichten
cause
aansluipen
do
aanspelen
do
aanspeten
do
aanspoeden
approach speedily
aanstikken
do
aanstoken
abet
aanswitchen
do
aanvechten
challenge

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'mention':

None found.
Learning languages?