Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Snoeien (to cut back) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snoei
snoeit
snoeit
snoeien
snoeien
snoeien
Present perfect tense
heb gesnoeid
hebt gesnoeid
heeft gesnoeid
hebben gesnoeid
hebben gesnoeid
hebben gesnoeid
Past tense
snoeide
snoeide
snoeide
snoeiden
snoeiden
snoeiden
Future tense
zal snoeien
zult snoeien
zal snoeien
zullen snoeien
zullen snoeien
zullen snoeien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou snoeien
zou snoeien
zou snoeien
zouden snoeien
zouden snoeien
zouden snoeien
Subjunctive mood
snoeie
snoeie
snoeie
snoeie
snoeie
snoeie
Past perfect tense
had gesnoeid
had gesnoeid
had gesnoeid
hadden gesnoeid
hadden gesnoeid
hadden gesnoeid
Future perf.
zal gesnoeid hebben
zal gesnoeid hebben
zal gesnoeid hebben
zullen gesnoeid hebben
zullen gesnoeid hebben
zullen gesnoeid hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesnoeid hebben
zou gesnoeid hebben
zou gesnoeid hebben
zouden gesnoeid hebben
zouden gesnoeid hebben
zouden gesnoeid hebben
Du
Ihr
Imperative mood
snoei
snoeit

Examples of snoeien

Example in DutchTranslation in English
Omdat het net zo is als dat jullie de perzikbomen moeten snoeien... om meer fruit eraf te halen moet je soms het dode hout kappen om nieuw te laten groeien.Because just like you have to prune back those lovely peach trees that y'all have here, to bear more fruit sometimes you have to cut back the dead wood to create new growth.
De lagerstroemia gesnoeid.I've cut back the crape myrtle.
Deze bomen moeten gesnoeid worden zodat we meer licht hebben.I want these trees cut back so the lights can shine onto the property.
Dit moet gesnoeid worden.I want these all cut back.
Hetzelfde kruispunt nadat de gemeente het groen snoeide.The same junction after the council finally cut back the greenery.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bloeien
bloom
broeien
incubate
gloeien
glow
groeien
grow
knoeien
botch
snaaien
snatch
snoeken
pike
snoepen
relish
snoeren
do
snoeven
do
snokken
do
snorken
snore
snorren
purr
stoeien
romp
vloeien
flow

Similar but longer

afsnoeien
do
besnoeien
cut

Random

slachtofferen
sacrifice
sleden
do
smikkelen
do
smoezen
schmooze
snappen
pant
sneven
do
snipperen
fritter
snoeken
pike
snorkelen
snooker
sorteren
sort

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cut back':

None found.