Aanmunten (to coin) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of aanmunten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
munt aan
I coin
munt aan
you coin
munt aan
he/she/it coins
munten aan
we coin
munten aan
you all coin
munten aan
they coin
Present perfect tense
heb aangemunt
I have coined
hebt aangemunt
you have coined
heeft aangemunt
he/she/it has coined
hebben aangemunt
we have coined
hebben aangemunt
you all have coined
hebben aangemunt
they have coined
Past tense
muntte aan
I coined
muntte aan
you coined
muntte aan
he/she/it coined
muntten aan
we coined
muntten aan
you all coined
muntten aan
they coined
Future tense
zal aanmunten
I will coin
zult aanmunten
you will coin
zal aanmunten
he/she/it will coin
zullen aanmunten
we will coin
zullen aanmunten
you all will coin
zullen aanmunten
they will coin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanmunten
I would coin
zou aanmunten
you would coin
zou aanmunten
he/she/it would coin
zouden aanmunten
we would coin
zouden aanmunten
you all would coin
zouden aanmunten
they would coin
Subjunctive mood
munte aan
I coin
munte aan
you coin
munte aan
he/she/it coin
munte aan
we coin
munte aan
you all coin
munte aan
they coin
Past perfect tense
had aangemunt
I had coined
had aangemunt
you had coined
had aangemunt
he/she/it had coined
hadden aangemunt
we had coined
hadden aangemunt
you all had coined
hadden aangemunt
they had coined
Future perf.
zal aangemunt hebben
I will have coined
zal aangemunt hebben
you will have coined
zal aangemunt hebben
he/she/it will have coined
zullen aangemunt hebben
we will have coined
zullen aangemunt hebben
you all will have coined
zullen aangemunt hebben
they will have coined
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangemunt hebben
I would have coined
zou aangemunt hebben
you would have coined
zou aangemunt hebben
he/she/it would have coined
zouden aangemunt hebben
we would have coined
zouden aangemunt hebben
you all would have coined
zouden aangemunt hebben
they would have coined
Present bijzin tense
aanmunt
I coin
aanmunt
you coin
aanmunt
he/she/it coins
aanmunten
we coin
aanmunten
you all coin
aanmunten
they coin
Past bijzin tense
aanmuntte
I coined
aanmuntte
you coined
aanmuntte
he/she/it coined
aanmuntten
we coined
aanmuntten
you all coined
aanmuntten
they coined
Future bijzin tense
zal aanmunten
I will coin
zult aanmunten
you will coin
zal aanmunten
he/she/it will coin
zullen aanmunten
we will coin
zullen aanmunten
you all will coin
zullen aanmunten
they will coin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanmunten
I would coin
zou aanmunten
you would coin
zou aanmunten
he/she/it would coin
zouden aanmunten
we would coin
zouden aanmunten
you all would coin
zouden aanmunten
they would coin
Subjunctive bijzin mood
aanmunte
I coin
aanmunte
you coin
aanmunte
he/she/it coin
aanmunte
we coin
aanmunte
you all coin
aanmunte
they coin
Du
Ihr
Imperative mood
munt aan
coin
munt aan
coin

Examples of aanmunten

Example in DutchTranslation in English
AIs u deze munt aan mij wilt verkopen... dan geef ik u...But if you would like to sell this coin to me... I could give you-
Als de dag komt dat je me weer moet zoeken... geef dan die munt aan iemand uit Braavos en zeg deze woorden...If the day comes when you must find me again, just give that coin to any man from Braavos and say these words to him,
De Romeinse munt aan haar ketting.The, uh-The coin around her neck. A Roman coin.
Een Chinese munt aan de ketting van zijn horloge... maakt me nog zekerder van m'n zaak.Wherein addition I see a Chinese coin hanging from his watch chain. The matter becomes even more simple. Well I never ...
Blijkt dat het slachtoffer de drie gouden munten aan Sam Bertram hier in Portland had verkocht.Turns out the victim was the dealer who sold the three gold coins to Sam Bertram here in Portland.
Er vond dus een elektrochemische reactie plaats, die de munten aan de botten vastsmolt.So there was an electrochemical reaction that fused the coins to the bone.
Hij biedt Atkins de munten aan, maar die vindt het makkelijker om 'm te vermoorden.Hmm, he offers the coins for sale to Atkins, who figures it'll be easier to kill the country bumpkin and steal the coins.
Hij zit achter de munten aan.Soledad Marquesa. - He's going after the coins.
Ja. De munten aan de voeten van Donkere Annie... en de plaatsen waar de lijken lagen... vormen een vijfpuntige ster.The arrangement of the coins at Dark Annie's feet and also the locations of the bodies form a pentacle star.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aankanten
do
aanpunten
sharpen

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'coin':

None found.
Learning languages?