Aanmonsteren (to sign on) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of aanmonsteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
monster aan
I sign on
monstert aan
you sign on
monstert aan
he/she/it signs on
monsteren aan
we sign on
monsteren aan
you all sign on
monsteren aan
they sign on
Present perfect tense
heb aangemonsterd
I have signed on
hebt aangemonsterd
you have signed on
heeft aangemonsterd
he/she/it has signed on
hebben aangemonsterd
we have signed on
hebben aangemonsterd
you all have signed on
hebben aangemonsterd
they have signed on
Past tense
monsterde aan
I signed on
monsterde aan
you signed on
monsterde aan
he/she/it signed on
monsterden aan
we signed on
monsterden aan
you all signed on
monsterden aan
they signed on
Future tense
zal aanmonsteren
I will sign on
zult aanmonsteren
you will sign on
zal aanmonsteren
he/she/it will sign on
zullen aanmonsteren
we will sign on
zullen aanmonsteren
you all will sign on
zullen aanmonsteren
they will sign on
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanmonsteren
I would sign on
zou aanmonsteren
you would sign on
zou aanmonsteren
he/she/it would sign on
zouden aanmonsteren
we would sign on
zouden aanmonsteren
you all would sign on
zouden aanmonsteren
they would sign on
Subjunctive mood
monstere aan
I sign on
monstere aan
you sign on
monstere aan
he/she/it sign on
monstere aan
we sign on
monstere aan
you all sign on
monstere aan
they sign on
Past perfect tense
had aangemonsterd
I had signed on
had aangemonsterd
you had signed on
had aangemonsterd
he/she/it had signed on
hadden aangemonsterd
we had signed on
hadden aangemonsterd
you all had signed on
hadden aangemonsterd
they had signed on
Future perf.
zal aangemonsterd hebben
I will have signed on
zal aangemonsterd hebben
you will have signed on
zal aangemonsterd hebben
he/she/it will have signed on
zullen aangemonsterd hebben
we will have signed on
zullen aangemonsterd hebben
you all will have signed on
zullen aangemonsterd hebben
they will have signed on
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangemonsterd hebben
I would have signed on
zou aangemonsterd hebben
you would have signed on
zou aangemonsterd hebben
he/she/it would have signed on
zouden aangemonsterd hebben
we would have signed on
zouden aangemonsterd hebben
you all would have signed on
zouden aangemonsterd hebben
they would have signed on
Present bijzin tense
aanmonster
I sign on
aanmonstert
you sign on
aanmonstert
he/she/it signs on
aanmonsteren
we sign on
aanmonsteren
you all sign on
aanmonsteren
they sign on
Past bijzin tense
aanmonsterde
I signed on
aanmonsterde
you signed on
aanmonsterde
he/she/it signed on
aanmonsterden
we signed on
aanmonsterden
you all signed on
aanmonsterden
they signed on
Future bijzin tense
zal aanmonsteren
I will sign on
zult aanmonsteren
you will sign on
zal aanmonsteren
he/she/it will sign on
zullen aanmonsteren
we will sign on
zullen aanmonsteren
you all will sign on
zullen aanmonsteren
they will sign on
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanmonsteren
I would sign on
zou aanmonsteren
you would sign on
zou aanmonsteren
he/she/it would sign on
zouden aanmonsteren
we would sign on
zouden aanmonsteren
you all would sign on
zouden aanmonsteren
they would sign on
Subjunctive bijzin mood
aanmonstere
I sign on
aanmonstere
you sign on
aanmonstere
he/she/it sign on
aanmonstere
we sign on
aanmonstere
you all sign on
aanmonstere
they sign on
Du
Ihr
Imperative mood
monster aan
sign on
monstert aan
sign on

Examples of aanmonsteren

Example in DutchTranslation in English
Als ze zeiden: Neem de SS Maas in Endon Dock... dan ging je daarnaartoe en monsterde aan.If they says, take that, SS Maas, Endon Dock, you just went down and signed on.
Hij monsterde aan bij het eerste het beste schip.He signed on with the first available ship.
Hij monsterde aan op de MS Kalajoki.He signed on to the M/S Kalajoki. A Finnish freight boat in the free port.
Waar woonde je voor je aanmonsterde op dat Finse schip?Where did you live before you signed on to the Finnish boat?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanharken
rake
aanhechten
rake
aanlanden
land
aanmelden
register
aanmoedigen
encourage
aanmunten
coin
aanpakken
seize
aanpunten
sharpen
aanroeien
row faster
zwermen
swarm

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sign on':

None found.
Learning languages?